Plezier Met Stress 1.1

 

Introductie

&

Het Creëren Van Geheugen, Labels en Drukknoppen

Leestijd: 11 minuten

Uil en Mandala beelden: GDJ. Compositie: Erik Stout

“Een mens is een deel van het geheel dat we 'universum' noemen en een deel beperkt in tijd en ruimte. We ervaren onszelf, onze gedachten en gevoelens, als iets dat afgescheiden is van de rest – een soort optische illusie van ons bewustzijn. Deze waan is een soort gevangenis voor ons, die ons beperkt tot onze persoonlijke verlangens en tot genegenheid voor een paar personen die het dichtst bij ons staan. Onze taak moet zijn om onszelf uit deze gevangenis te bevrijden door onze cirkel van compassie te verbreden om alle levende wezens en de hele natuur in haar schoonheid te omarmen.”
Albert Einstein

“Simpel in denken en doen,
En we keren terug naar de bron van het bestaan.
Geduld met zowel vrienden als vijanden,
En we accepteren de dingen zoals ze zijn.
Compassie met onszelf,
En we verenigen alle schepsels in de wereld.”

Lao Tzu


Introductie

Plezier met Stress houdt in dat we het concept stress gaan onderzoeken alsof dat het meest betoverende studieobject is dat we ooit zijn tegengekomen.

Ons uitgangspunt is de hypothese dat zodra we de werking van stress in ons lichaam beter begrijpen, de macht ervan afneemt wat de deur opent naar ontspanning, herstel van balans, en onze basis-staat-van-zijn transformeert van angstig naar vrolijk; oftewel nieuwsgierig, levenslustig en speels.

Met de geboorte van onze gevestigde, agrarische, industriële en technologische samenlevingen komt een onverwachte nageboorte in de vorm van sociale angst; een toestand waarin de meesten van ons nog steeds verblijven, zij het meestal onbewust. Toch bepaalt deze constante onderstroom van angst voor een groot deel ons denken, voelen en gedrag, en herbergt het potentieel van chronische stress, wat op zijn beurt het potentieel herbergt om zich te ontwikkelen tot mentale en/of lichamelijke ziekten.[1]

Bovendien vermindert een constante onderstroom van angst onze levenservaring dramatisch. Wanneer we in een gewenste situatie terechtkomen, willen we dat die eindeloos doorgaat en maken we ons zorgen over wanneer die zal eindigen. Komen we in een ongewenste situatie terecht, dan willen we dat die zo snel mogelijk voorbij gaat en vaak willen we daar dan ook iets of iemand de schuld van geven.

In beide gevallen wordt een deel van onze beschikbare energie verspild aan piekeren en/of beschuldigen; kenmerken die van nature te maken hebben met toekomst of verleden in plaats van met het moment waarop ons leven zich daadwerkelijk afspeelt: het heden.

Met vrolijkheid als continue basis staat van zijn komen we nog steeds in gewenste en ongewenste situaties terecht, maar het grote verschil zit ‘m erin dat we ons dan volledig op de situatie richten die plaats vindt in het huidige moment, en daardoor verliezen we geen energie meer aan zorgen maken of beschuldigen.

Deze serie artikelen is vooral bedoeld voor diegenen die geïnteresseerd zijn in het veranderen van hun perceptie en basis-staat-van-zijn.

Als middel gaan we onszelf in het midden plaatsen als voertuig waarmee ons onderzoeksobject kan worden bestudeerd, omdat de meesten van ons weten hoe het is om zich gestrest te voelen door persoonlijke ervaring (wat tot op de dag van vandaag nog immer onze meest effectieve leermethode is).

We worden getriggerd in een stressreactie wanneer op onze knoppen wordt gedrukt en alles wat op onze knoppen kan drukken noemen we input. De stressreactie veroorzaakt dan allerlei supersnelle veranderingen in ons organisme om ons te beschermen tegen het vermeende gevaar. Alle fysieke en mentale veranderingen die plaatsvinden nadat er op onze knoppen is gedrukt noemen we in deze studie output.

Het eerste deel van deze studie concentreert zich op de verschillende vormen van input en hoe sterk ze op onze knoppen kunnen drukken. We gaan dieper in op de ontwikkeling van geheugen, knoppen, persoonlijke betekenis, persoonlijkheid en geautomatiseerd gedrag, en we gaan onderscheid maken tussen fysieke en mentale input.

Het tweede deel concentreert zich op verschillende fysiologische effecten (output) van de stressreactie, met name in gevallen van chronische stress.[2] Omdat deze effecten bijna altijd een psychosociale component als oorzaak hebben, zullen we de effecten van chronische stress op de meeste lichaamsdelen en -systemen onderzoeken en uitwerken. Ook gaan we in op hoe deze kunnen worden herkend en onderscheiden van louter biologische oorzaken.

Het doel is dat we kennis krijgen van wat er in ons lichaam gebeurt elke keer dat er op onze knoppen wordt gedrukt, wat onze stressreactie (of: fight or flight reactie) activeert. We zullen zien dat deze reactie een zeer bekwaam verdedigingsmechanisme is met het potentieel om ons uit gevaarlijke situaties te redden. Als het systeem echter overwerkt raakt wanneer er voortdurend op onze knoppen wordt gedrukt, begint het te wankelen. Bovendien beginnen dan ook onze herstelsystemen te haperen. We gaan onderzoeken hoe dat werkt, hoe we dat in ons lichaam kunnen waarnemen en hoe het tij kan worden gekeerd.

Om begrijpelijke beelden te schetsen van hoe stress zich in ons manifesteert zullen we gebruik maken van herkenbare, alledaagse gebeurtenissen. Daarnaast is het voor communicatieve doeleinden noodzakelijk om geest van lichaam, hersenen van hart en input van output te onderscheiden. Echter benadrukken we hier dat hoewel hersenen en hart van elkaar worden onderscheiden, ze wel degelijk wederzijds afhankelijk zijn van elkaar – zonder elkaar kunnen ze niet bestaan. Ze ontstaan, groeien en ontwikkelen gezamenlijk en tegelijkertijd, net zoals wij groeien in moeders buik. In die zin zijn ze een deel van ons hele wezen, net zoals wij deel uitmaken van de planeet aarde als een geheel wezen, net zoals de aarde een deel is van het universum als een geheel wezen.

Mogen deze artikelen een stap zijn in de verbreding van ons begrip, perspectief en bewustzijn, en licht werpen op de tot nu toe donkere plekken in onszelf.

Een vrolijke studie gewenst,
Erik Stout

Het Creëren Van Geheugen, Labels en Drukknoppen

Elke keer dat een ervaring in ons geheugen wordt opgeslagen, krijgt deze onmiddellijk een label. Afhankelijk van de ervaring kunnen labels zeggen: “Geweldig, laten we dat nog een keer doen!” of ”Verschrikkelijk, laten we dat nooit meer doen!” en de hersenen kennen deze labels toe afhankelijk van of bepaalde lichaamssensaties als aangenaam of onaangenaam worden ervaren. Dit is wat wordt bedoeld met de term lichaamsgeheugen.

Wat we als aangenaam of onaangenaam bestempelen is grotendeels cultureel bepaald. Dit betekent dat we direct na de geboorte al leren onderscheid te maken tussen de twee door de reacties van mensen in onze omgeving. Wanneer er dan iets gebeurt dat zij als ‘goed’ bestempelen, wordt die gebeurtenis of dat ding onmiddellijk verbonden met de fysieke sensaties die op dat moment in ons plaatsvinden. Bijvoorbeeld, wanneer we onze ouders zien en horen lachen en dansen op een liedje dat ze allebei leuk vinden, wordt dat liedje verbonden met onze fysieke sensaties van dat specifieke moment. Vanaf dat moment, wanneer we dat liedje horen, zullen die fysieke sensaties (bijvoorbeeld een bepaald soort rilling) in ons lichaam opkomen en een gevoel creëren wat wij als ‘aangenaam’ zullen bestempelen.

Je ziet hetzelfde gebeuren als mensen in onze omgeving iets als ‘slecht’ bestempelen. Als bijvoorbeeld een of beide ouders de aanblik en/of geur van braaksel niet kunnen verdragen, zullen ze onvermijdelijk tekenen van afkeer vertonen als ze ons braaksel moeten opruimen nadat we hebben overgegeven. Zodra wij, als baby's, worden blootgesteld aan hun tekenen van afkeer, verbinden we die onmiddellijk met de fysieke sensaties die op dat moment in ons kleine lichaam plaatsvinden. Als gevolg hiervan kunnen we een fobie voor braken creëren[3] – wat op zichzelf een even natuurlijk fenomeen is als naar de wc gaan – als we onszelf hebben aangeleerd dat braken ‘slecht’ is; we ‘kwetsen’ immers onze ouder(s) met ons braken. Bovendien zijn we, als we heel jong zijn, volledig afhankelijk van hen voor ons materiële, emotionele en spirituele welzijn, dus we willen elk teken van afwijzing vermijden.[4]

Alle aannames en overtuigingen die we in onze zeer jonge jaren aanleren, zijn zogenaamde emotioneel aangeleerde patronen. Ze worden gecreëerd voordat ons bewustzijn zich zo ver heeft ontwikkeld dat we kunnen beginnen te reflecteren op onze eigen gedachten en daden (vooral met behulp van taal), en zijn diep verankerd in ons psychofysische organisme (lichaam en geest), buiten het bereik van onze bewuste aandacht. Daarom zijn ze zo ongelooflijk moeilijk te bereiken, laat staan ​​te veranderen.

Rationeel aangeleerde patronen daarentegen verwijzen naar ons vermogen om feiten te kennen en te onthouden, bijvoorbeeld dat The Rolling Stones een band is. Ons bewuste gedrag is gebaseerd op actieve kennis van deze feiten, maar ze roepen meestal geen specifieke fysieke sensaties op. Zo zorgt het simpele feit dat The Rolling Stones een band is er meestal niet voor dat mensen een vreugdesprongetje maken of in huilen uitbarsten. Omdat ze een emotionele component missen die stevig verankerd is in het lichaamsgeheugen, zijn deze rationeel aangeleerde patronen veel gemakkelijker te veranderen dan emotionele aangeleerde patronen.

Toch houdt ons vermogen om emotioneel aangeleerde patronen te creëren niet op wanneer we leren denken en praten, wat wordt geïllustreerd door dit opmerkelijke verhaal dat werd verteld door een cliënt van mij die toentertijd iets meer dan twee jaar in Amsterdam woonde (om privacy redenen is de naam gefingeerd).

Farid was een jonge man uit Syrië, die de oorlog en zijn familie had verlaten op zoek naar een beter leven. In Syrië zag hij veel oorlogsslachtoffers langs de kant van de weg, wat hem uiteindelijk beïnvloedde op manieren die hij zich niet had kunnen voorstellen. Toen hij mij kwam opzoeken woonde hij in Amsterdam, waar dode mensen al lang geen deel meer uitmaakten van de openbare ruimte. Hij werd echter nog steeds vaak op een minder bewuste manier aan de oorlogssituatie herinnerd.

Naast de ingang van zijn appartementencomplex stond een afvalcontainer van een restaurant. Vaak, als hij erlangs liep, rook het afval bijna precies zoals de bekende lijkengeur, maar hij realiseerde zich dat pas toen we het hadden over de emotioneel aangeleerde patronen die in de hersenen worden gecreëerd – met name tijdens traumatische ervaringen. Elke keer dat hij een oorlogsslachtoffer in Syrië aanschouwde, met de onvermijdelijke beelden en geuren die daarbij hoorden, werden de specifieke lichamelijke sensaties van dat moment verbonden met de mogelijkheid van levensgevaar. Door dit proces, wat impliciete angstconditionering wordt genoemd, sloeg zijn lichaamsgeheugen iets onuitwisbaars op en werden er enorme angstknoppen gecreëerd om hem te beschermen.

Net zoals een confrontatie met een roofdier op onze angstknoppen zou drukken en een stressreactie zou veroorzaken om onszelf te beschermen, zo doen confrontaties met oorlogssituaties en slachtoffers dat ook – maar alleen als we dat zelf hebben meegemaakt! Daarom praten mensen die nog nooit eerder een oorlogssituatie hebben meegemaakt, vaak over de wreedheden ervan alsof het slechts kleine verstoringen zijn. Het aantal veteranen met PTSS vertelt een ander verhaal.

Hoe het ook zij, wat er uiteindelijk met Farid in Nederland gebeurde, was dat er elke keer op zijn knoppen werd gedrukt nadat de specifieke geur zijn neus binnendrong. De onvermijdelijke stressreactie zorgde vervolgens voor een drastische verhoging van zijn hartslag en een algehele verkramping door snelle en heftige aanspanning van zijn houding- en bewegingsspieren, waardoor hij zich in feite schrap zette. Beide fysiologische veranderingen voelde hij duidelijk, maar hij begreep niet waarom ze zich voordeden. Dat kwam omdat de geur in een heel andere context werd ervaren dan het moment waarop het als geheugen werd opgeslagen en tot een knop werd verwerkt.

Informatie vanuit de buitenwereld komt binnen via onze zintuigen. Elk beeld, geluid, aanraking, geur en smaak wat Farid in de oorlogssituatie ervoer, werd opgeslagen en in zijn geheugen ‘geknopt’ en voorzien van labels zoals “Ten koste van alles vermijden!” Op deze manier zouden we kunnen zeggen dat hij geprogrammeerd werd om oorlogsomgevingen te vermijden of zichzelf in veiligheid te brengen mocht hij er ooit weer in terecht komen.

Toen in Amsterdam een geur vergelijkbaar met die van de lijken in Syrië zijn neus bereikte werd hij fysiek gespannen, maar legde hij geen bewust verband tussen de geur en de oorlogssituatie, omdat hij zich in een omgeving bevond waar geen gewapende conflicten plaatsvonden. Maar als hij de geur zou hebben geroken terwijl er tegelijkertijd een helikopter over vloog en er luide knallen van vuurwerk zouden zijn, zet hij het waarschijnlijk op een lopen. Pas als hij zich weer realiseert dat hij in Amsterdam is kan zijn spanning afnemen en zal hij vermoedelijk een beetje schaapachtig om zichzelf lachen voor zijn overdreven gedrag.

Stel je nu voor dat Farid David uitnodigt om te komen eten. Ze staan op het punt het appartementencomplex binnen te gaan als een helikopter laag overvliegt en er luide knallen van vuurwerk worden gehoord. Plotseling ziet David een gat in de lucht naast hem waar Farid zojuist had gestaan, en bleek hij (Farid) in elkaar gedoken achter een auto te zitten. Ervan uitgaande dat David nooit eerder in een vijandige of oorlogssituatie is geweest, zullen zijn hersenen de geur van de vuilnisbak en geluiden van de helikopter en het vuurwerk heel anders labelen dan die van Farid. Voor David kan de geur gewoon alledaags afval vertegenwoordigen, het helikoptergeluid kan hem herinneren aan een helikoptervlucht door de Grand Canyon en de knallen aan een geweldig nieuwjaarsfeest. De input is hetzelfde, maar hun hersenen labelen het anders, waardoor een heel andere betekenis ontstaat.

In het volgende artikel van deze serie gaan we onderzoeken hoe persoonlijke betekenis wordt gecreëerd uit de oneindige hoeveelheden input die we elk moment absorberen.

Notities & Referenties

[1] Lees hierover o.a. Robert M. Sapolsky - Why Zebras Don’t Have Ulcers; Gabor Maté - When The Body Says No; Bessel van der Kolk - The Body Keeps The Score. Alle titels zijn tevens in het Nederlands verkrijgbaar.

[2] We ontkomen er niet aan om ook psychologische effecten van de stressrespons te bespreken, maar de nadruk ligt in deze studie met name op de fysiologie – de effecten van de stressrespons in ons lichaam.

[3] Ik spreek hier uit eigen ervaring.

[4] Meestal zijn onze ouders zich net zo onbewust van hun gedrag als wijzelf naarmate we ouder worden. Dat wil zeggen, als de geur van braaksel deel is gaan uitmaken van hun emotioneel aangeleerde patronen, zullen ze onvermijdelijk met afkeer reageren wanneer ze in contact komen met braaksel, of ze dat nu willen of niet.



Wil je meehelpen dit artikel up-to-date te houden?

Waardevolle lezer, aangezien we allemaal mensen zijn en dus verre van foutloos, is het altijd mogelijk dat de informatie in dit artikel verouderd of onjuist is gebleken. In het geval je hiervan op de hoogte bent, wil je dat dan svp aan ons melden via een reactie onder dit artikel of het contactformulier? Na verificatie wordt het artikel dan zo spoedig mogelijk aangepast. Alvast veel dank!