Plezier met Stress 2.3
Veranderingen in het Spijsverteringssysteem door Chronische Stress
Leestijd: 7 minuten.
In het vorige hoofdstuk leerden we dat hoe meer er dagelijks op onze knoppen wordt gedrukt, hoe minder energie er wordt geproduceerd door ons spijsverteringssysteem en hoe moeilijker het wordt om al onze ballen in de lucht te houden. Nu gaan we dieper in op de werking van het spijsverteringssysteem onder normale en stressvolle omstandigheden en onderzoeken wat er gebeurt als de stress chronisch wordt. Maar laten we eerst twee concepten creëren om dit verhaal wat beeldender te maken:
1. We delen je op in twee entiteiten: jij als persoon en jij als mens. De persoon is de jij waarvan je je bewust bent. De persoon is verbonden met je naam en is aanwezig en actief terwijl je wakker bent, terwijl de jij als mens bestaat uit zowel de persoon (bewustzijn) als dat hele grote deel van ons waar we ons niet bewust van zijn, maar waar we niet zonder kunnen (onderbewustzijn). Als mens ben je dus 24 uur per dag aanwezig en actief.[1]
2. We beschouwen ons spijsverteringssysteem als een energiecentrale met een goed functionerend personeelsbestand.
In grote lijnen is het personeel van de energiecentrale actief en aan het werk wanneer de persoon inactief is (bijvoorbeeld tijdens slaap) en wanneer de persoon actief is, gaat het personeel van de energiecentrale naar huis en wordt inactief.[2] Zolang deze cyclus doorloopt, vult het personeel van de energiecentrale elke nacht de interne brandstoftank en wordt de persoon elke ochtend energiek wakker.
Laten we nu eens kijken naar een situatie waarin op onze knoppen wordt gedrukt. In de vorige post hebben we geleerd dat een stressreactie ons spijsverteringssysteem vrijwel volledig uitschakelt. Dat is heel logisch als we in een levensbedreigende situatie terechtkomen, omdat we willen dat alle beschikbare energie naar de spieren gaat die we nodig hebben om te vechten of vluchten. Bovendien is het daaropvolgende effect van een stressreactie vanuit dat oogpunt volkomen logisch; het verhoogt namelijk de eetlust.
Laten we eens kijken naar de biologie van verhoogde eetlust als onderdeel van een stressreactie. Wanneer er op knoppen wordt gedrukt, geven de bijnieren glucocorticoïden (o.a. cortisol) af aan het systeem. Deze hormonen stimuleren onder andere onze eetlust om de energie te vervangen die je hebt gebruikt om een vastzittende autodeur open te breken en naar veiligheid te rennen, weg van de kettingbotsing en de auto voor de jouwe waar de vlammen uit de motorkap kwamen.
Aan het einde van de stress – dat wil zeggen, wanneer de stressor niet langer als een bedreiging wordt gezien – duurt het enige tijd voordat de glucocorticoïdspiegels weer normaal zijn. Tijdens die periode van ‘afkoeling’ is er nog steeds een toegenomen eetlust, met name voor koolhydraten die onder andere in voedingsmiddelen als brood, pasta, suikers en chocoladerepen zitten. Nogmaals, dat is logisch als we net een lading energie hebben verbruikt met vechten of rennen voor ons leven. Die koolhydraten zijn nodig om de grote hoeveelheden brandstof die we net hebben verbruikt weer aan te vullen.
Kijken we echter naar de psychologie van toegenomen eetlust onder stress, zien we het fenomeen ontstaan dat we eten omdat we ‘zo gestrest zijn,’ in plaats van dat we eten omdat we honger hebben. Dat komt omdat stress de neiging heeft om een aantal van onze zelfregulerende processen op te schorten en als gevolg daarvan verdwijnen er emmers ijs en jumbo-formaat zakken chips in menig mond telkens wanneer er op knoppen wordt gedrukt. Wat natuurlijk een probleem kan worden wanneer stress chronisch wordt.
Volgens Dr. Robert Sapolsky van de Stanford Universiteit bestaat dagelijkse chronische stress uit heel veel elkaar opvolgende stressoren, wat betekent dat onze knoppen meerdere keren per dag worden ingedrukt, elke dag, gedurende een langere periode. Bovendien gebeurt de overgrote meerderheid daarvan als gevolg van emotionele stressoren in plaats van daadwerkelijke fysieke levensbedreigende stressoren. Dat betekent dat we elke keer brandstof mobiliseren die we niet gebruiken, die vervolgens weer wordt opgeslagen. Toch is er na elke stressreactie de ‘afkoelperiode’ waarin we die verhoogde eetlust ervaren. Met andere woorden, naast de brandstof die we niet hebben gebruikt, voegen we meer brandstof toe omdat we steeds vaker per dag eten.
Wat er dan gebeurt kan worden vergeleken met het vullen van een reeds volle tank terwijl een auto niet wordt gebruikt om te rijden: de tank stroomt over. Bij ons mensen worden de overtollige calorieën opgeslagen in vetcellen in de billen of, in de meeste gevallen, in de buik, want dat blijkt de voorkeursopslagplaats te zijn na stress. Het resultaat wordt vaak zichtbaar als een groeiende buik en kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, zoals een vette lever of het naar voren trekken van de lendenwervelkolom door steeds meer gewicht.[3][4]
Bovendien kost het onophoudelijk herhaaldelijk indrukken van knoppen en het daaropvolgende activeren van de stressreactie energie omdat onze biochemie van opslaan en mobiliseren niet 100% efficiënt is. Daarbij kan onze alvleesklier overbelast raken omdat onze vetcellen op een gegeven moment vol zitten en niets meer kunnen opnemen. In een gezonde situatie geeft de alvleesklier bijvoorbeeld het hormoon insuline af nadat we hebben gegeten. Insuline geeft een signaal om voedingsstoffen op te slaan wanneer er teveel van in de bloedbaan rondzweven. Wanneer de hoeveelheden voedingsstoffen in het bloed weer op homeostatische waarden zijn, stopt de alvleesklier met de productie van insuline. Maar zodra de vetcellen vol zitten, zegt ons brein dat ze de deuren moeten sluiten, insuline of geen insuline. Dat betekent dat steeds meer voedingsstoffen niet meer worden opgeslagen en in het bloed blijven rondzweven. Maar wanneer de alvleesklier deze toenemende overschotten meet, zal hij insuline afgeven totdat de niveaus weer op homeostatische waarden zijn en we zijn nu in een vicieuze cirkel terechtgekomen.
Dat betekent niet alleen een mogelijke overbelaste alvleesklier, maar ook een teveel aan insuline en voedingsstoffen die in de bloedbaan rondzweven en niet meer worden opgeslagen. Daardoor kunnen er stolsels ontstaan en is er ineens een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, wat meteen de onderlinge verbondenheid blootlegt van alle systemen waaruit ons lichaam bestaat. Bovendien kunnen (en zullen) mensen met diabetes ook negatief worden beïnvloed door chronische stress.[5]
Laten we nu nog even terugkeren naar de persoon en de energiecentrale met het bijbehorende personeel. In een gezonde situatie is de persoon, nogmaals, in grote lijnen, overdag actief en het personeel van de energiecentrale ‘s nachts. Maar nu zorgt chronische stress ervoor dat we niet meer kunnen doorslapen of, erger nog, in slapeloosheid terechtkomen. Er is sprake van onophoudelijk mentaal gebabbel en ‘s ochtends zijn we suf, moe en gefrustreerd. Wat is hier aan de hand?
In het vorige hoofdstuk leerden we over homeostase, een term die wordt gebruikt om de processen aan te duiden van het handhaven van een staat van intern evenwicht met betrekking tot lichaamstemperatuur, bloedsuikerspiegels, enz. Verder leerden we dat er een balans moet zijn tussen werk- en herstelmodi om optimaal te kunnen functioneren en gelukkig en voldaan te kunnen leven. Laten we nu de persoon verbinden met de werkmodus en het personeel van de energiecentrale met de herstelmodus. We zien meteen dat hoe minder uren we slapen tijdens elke 24 uurs-cyclus, hoe meer de persoon overwerkt raakt, om maar niet te spreken van de lange termijn effecten voor het personeel van onze energiecentrale.
Feitelijk wordt dat personeelsbestand namelijk elke nacht uitgedund tot er nauwelijks nog personeel over is. Dat betekent niet alleen verstoring van de normale stofwisselingsprocessen, maar ook een verslechtering van het hele systeem en al zijn organen, want op een gegeven moment is er niet genoeg personeel meer over om basisonderhoud uit te voeren en het systeem in optimale conditie te houden. Dan kunnen bijvoorbeeld darmklachten om de hoek komen kijken.
Darmstoornissen komen in twee variaties voor: organische en functionele darmstoornissen. Organische darmstoornissen kunnen biologisch worden verklaard, zoals bijvoorbeeld afwijkingen in de structuur van onze dunne darm. Functionele darmstoornissen worden echter als zodanig gediagnosticeerd wanneer er in principe geen idee is waar jouw symptomen vandaan komen. Maar hoewel deze geen biologische verklaring hebben, is het bekend dat ze ongelooflijk gevoelig zijn voor stress. Voorbeelden van functionele darmstoornissen zijn het prikkelbare darmsyndroom en een spastische dikke darm.[6]
In het licht van al deze overwegingen wordt het steeds interessanter en wenselijker om te leren hoe je lege-brandstoftank-signalen kunt herkennen. Zoals we in het volgende hoofdstuk zullen ontdekken, lijken de meeste hiervan op zichzelf vrij ongevaarlijk. Maar als ze zich beginnen op te stapelen en we er geen aandacht aan besteden, wordt de persoon al snel volkomen stijf, star en niet in staat om te bewegen, vanwege een gedecimeerd en uitgeput personeelsbestand van de energiecentrale.
Dus, als je je gespannen en moe voelt en het gevoel hebt dat je dagenlang zou kunnen slapen, neem een week vrij en huur een hutje in het bos of op het strand. Neem wat boeken en je favoriete muziek mee. Slaap zoveel als je wilt, maak tussendoor mooie, lange wandelingen en geniet van elke hap die je eet. Wees volledig betrokken bij alles wat je doet en geef alles wat je voelt evenveel onverdeelde aandacht. Geniet van het feit dat je ogen hebt om te zien, oren om te horen, een neus om te ruiken, huid om aan te raken en een tong om te proeven, en wordt weer energiek wakker.
Vrolijke groetjes,
Erik Stout
[1] Als we slapen is de persoon niet aanwezig, maar zonder de mens om ons hart te laten kloppen of te ademen, zouden we dood zijn.
[2] Natuurlijk is het hele plaatje veel ingewikkelder, maar dit concept is slechts bedacht om een algemeen inleidend beeld in deze materie te krijgen. Voor een veel diepere uitleg van chronische stress en de effecten ervan op ons lichaam, lees dan Dr. Robert Sapolsky’s ‘Waarom Krijgen Zebra’s Geen Maagzweer?’.
[3] Zie Dr. Robert Sapolsky’s ‘Waarom Krijgen Zebra’s Geen Maagzweer?’, hoofdstuk 5.
[4] Stress die chronisch wordt kan ook het tegenovergestelde effect bereiken in overmatig gewichtsverlies.
[5] Zie Dr. Robert Sapolsky’s ‘Waarom Krijgen Zebra’s Geen Maagzweer?’, hoofdstuk 4.
[6] Zie Dr. Robert Sapolsky’s ‘Waarom Krijgen Zebra’s Geen Maagzweer?’, hoofdstuk 5.