Durf Je Te Verwonderen En Word Je Eigen Toevluchtsoord
Sterrenhemel illustratie: Bru-nO. Edit: auteur.
Als kind keek ik vaak naar de sterren en vroeg me af hoe ze eruit zouden zien, hoe groot hun sterrenstelsels zouden zijn, wat voor planeten eromheen zouden draaien en wat zich achter de voor ons zichtbare sterren zou bevinden. Maar evenals nagenoeg iedereen verloor ik op weg naar de volwassen leeftijd ook mijn gevoel voor verwondering. Ik werd rigide in mijn denken, voelen en doen en wilde niets liever dan het antwoord op elk probleem weten voordat het zich voordeed; alles om het spook van het niet weten, dat de dreiging van falen in zich draagt, op afstand te houden.
Dat veranderde toen het pijnlijk duidelijk werd dat ik rondjes aan het rennen was. Want op een gegeven moment leek het alsof ik maar vier of vijf mensen in de hele wereld kende, die ik onophoudelijk en in vergelijkbare situaties tegenkwam, zij het onder verschillende namen en op verschillende tijden en plaatsen. Ik begon me af te vragen waarom dat zo was, en waarom deze situatie zoveel leed en ellende veroorzaakte. En ik begon me af te vragen: “Is dit het nou? Is dit eindeloze rondjes rennen waar het leven om draait?”
Het korte antwoord is: ja. Maar daar moeten we nog wel een paar woorden aan toevoegen, namelijk: ja, rondjes rennen is precies waar het om draait... in de fysieke wereld. Wat we doorgaans de ‘echte’ wereld noemen.
In de fysieke wereld beweegt alles continu in cycli. Om er een paar te noemen: in natuur zijn er de maancyclus, de dag-nachtcyclus, de menstruatiecyclus, de seizoenen cyclus, de leven/doodcyclus. In cultuur zijn er de tijdcyclus, de chaos/ordecyclus, de oorlog/vredecyclus, de werk/speelcyclus. In een individu zijn er de agitatie/kalmtecyclus, de waak/slaapcyclus, de ziek/gezond cyclus, de eet/poepcyclus. Net als zonneschijn en regen veranderen ze onfeilbaar in elkaars tegendeel, zonder uitzondering, ad infinitum.
Beeld: adriannesquick
Zolang we nog steeds gefascineerd zijn door het levensspel, het materiële spel dat zich afspeelt in de ‘echte’ wereld, genieten we ervan om alle geneugten die het leven te bieden heeft na te jagen. We geven ons over aan gastronomische geneugten, zoeken naar kennis, rijkdom en weelde, dompelen ons onder in seksuele genoegens, genieten ervan om over anderen te heersen, enzovoort. In dit rijk worden we geconfronteerd met het onontkoombare feit dat we eindeloos momenten van intens genot afwisselen met momenten van intens lijden en op een gegeven moment beginnen de meesten van ons zich vast te klampen aan het eerste en een afkeer te ontwikkelen tegen het laatste. Meestal geeft dat precies het tegenovergestelde effect van wat we wensen. Als dat lang genoeg gebeurt, is de kans groot dat je op dezelfde plek terechtkomt en dezelfde vragen gaat stellen als ik indertijd deed.
Vanuit dat standpunt kunnen we twee kanten op: de destructieve of de creatieve.
In het eerste geval kunnen we overweldigd raken door ons onvermogen om aan ons lijden te ontsnappen, wat angst veroorzaakt. Vervolgens worden we vatbaar voor allerlei verslavingen om onszelf te verdoven voor een realiteit die we niet willen ervaren, maar waaraan we niet lijken te kunnen ontsnappen. Van daaruit is het niet ongebruikelijk om in een depressie of andere psychische of lichamelijke aandoening te belanden en zelfmoord wordt vaak beschouwd als een laatste redmiddel om pijn te beëindigen.
Wanneer we daarentegen de creatieve richting inslaan, ontstaat er nieuwsgierigheid naar de oorzaak van ons lijden. Een kinderlijk gevoel van verwondering - en opkomend gevoel voor humor - maakt zich van ons meester wanneer we beseffen hoe weinig controle we eigenlijk hebben over onze eigen gedachten, gevoelens en daden en we gaan op zoek naar hoe dat wezen wat ‘ik’ genoemd word eigenlijk werkt. Maar waar kunnen we beginnen?
Naast het voor de hand liggende antwoord Hier en Nu, werden boeken voor mij een van de startpunten. Een genre dat meteen mijn aandacht trok, bestond uit de mythen, folklore verhalen en sprookjes die we van over de hele wereld kennen. Want naast dat het vermakelijke verhalen zijn, spraken ze me vooral psychologisch aan. Ze staan vol met onze al te menselijke irrationele, naïeve, onvoorspelbare, emotionele en kwaadaardige gedragingen, doordrenkt van zonde en vol met precies die goede bedoelingen waarmee de weg naar de hel geplaveid zou zijn. Maar wat ze zo bijzonder maakt, is dat ze ons niet intellectueel aanspreken, maar in de onderbuik. Op die manier leggen ze de verborgen werking bloot van die diepe, duistere afgrond in onszelf: ons onderbewustzijn. Ze schetsen een veel holistischer beeld van wie we zijn dan je in een gemiddeld psychologieboek aantreft, en vormen daarom een veel rijkere en inspirerender schatkamer voor het begrijpen van de menselijke natuur en haar dilemma’s; niet in de laatste plaats omdat ze ons bijna uitsluitend via symboliek aanspreken.
Beeld: Natalia Y.
In de mythe van Lancelot van het Meer bijvoorbeeld, beschikt deze beruchte en overspelige ridder van Koning Arthur’s Ronde Tafel over wonderbaarlijke krachten die hem in staat stellen bovenmenselijke prestaties te leveren in de strijd.[1] Maar hoe dapper hij ook is op het slagveld, hij kan zijn verboden liefde en verlangen naar Koningin Guinevere niet overwinnen. Beide eigenschappen kunnen echter worden herleid naar het feit dat hij opgroeit in een wonderbaarlijk, onmenselijk land onder golven. Want hoewel hij geboren was uit menselijke ouders, werd hij snel weggevoerd en grootgebracht door de Vrouwe van het Meer; dezelfde die Koning Arthur het magische zwaard Excalibur schonk.
Het mythische rijk van het meer staat symbool voor elementaire, pure levenskracht, waar hij tot zijn achttiende werd verzorgd. Bovendien werd hij verzorgd door feeën en elfen – niet door mensen. Het resultaat was dat hij een ridder werd met bovenmenselijke fysieke krachten, maar ook een mens die niet in staat was zijn oerinstincten te weerstaan, omdat hij de nodige menselijke verzorging in zijn vormende jaren had gemist. Net zoals een appelboom niet anders kan dan appels laten groeien, kon Lancelot niet anders dan de Koningin liefhebben en naar haar verlangen zodra hij door de verliefdheid werd overmand. Zijn leven speelde zich af in de rijken van de eerste drie chakra's omdat hij de vermogens miste om ze te overstijgen, wat wil zeggen dat hij niet in staat was om over zichzelf na te denken en zichzelf daardoor te leren kennen.
De menselijke conditie plaatst ons tegelijkertijd in twee werelden: het materiële en het spirituele, door middel van onze geest. We zijn wezens begiftigd met fysieke en mentale vermogens, lichaam en geest, en met die laatste hebben we de twijfelachtige gave van cognitie gekregen. Twijfelachtig, want dat is precies de eigenschap die ons kan laten lijden wanneer we het de kapitein van ons schip maken. Onze cognitie is een fantastische dienaar, maar een waardeloze baas.
Illustratie: Mirella Callage
We kunnen niet anders zijn dan wat we zijn. Maar als we niet weten wie of wat we zijn, zullen we voor altijd een speelbal van de omstandigheden blijven; reagerend op elke gril, zonder na te denken of rekening te houden met de gevolgen van onze daden. We zijn ons dan niet bewust van het net van ongeluk dat we voor onszelf weven, wat prachtig wordt uitgebeeld in het verhaal van Abu Kasem’s Slippers uit Duizend-en-een-nacht.[2]
Abu Kasem was de grootste vrek en geldwolf die de Bazaar in Bagdad ooit heeft gekend. Iedereen beschouwde zijn slippers als een zichtbaar teken van zijn onwelgevallige hebzucht, want hij was rijk en probeerde dat te verbergen. Niemand wilde dood in die slippers gevonden worden, zo ranzig en versleten waren ze. Uiteindelijk werden ze zelfs het onderwerp van een bekend spreekwoord in de volksmond. Zoals Heinrich Zimmer het stelt: “Iedereen die het absurde wilde uitdrukken, maakte gebruik van Abu Kasem’s slippers.”
Het verhaal begint direct nadat Abu een slimme zakendeal heeft gesloten. Maar in plaats van dat op de gebruikelijke manier te vieren door zakenrelaties te trakteren op een diner, trakteert hij zichzelf op een zeldzaam bezoek aan de baden. Daarna, door een speling van het lot, kan hij zijn slippers niet vinden wanneer hij zich wil aankleden. In hun plaats staan echter een paar prachtige nieuwe slippers en hij gelooft werkelijk dat deze voor hem bestemd zijn. Blij met dit geluk verlaat hij de baden, niet wetende dat de slippers eigenlijk toebehoren aan een hoge rechter uit Bagdad, die, bij het verlaten van de baden, de afschuwelijk bekende slippers van de vrek in plaats van de zijne aantreft. Wanneer vervolgens de slippers van de rechter in Abu Kasem’s bezit worden gevonden, en omdat de rechter zich terdege bewust was van de reputatie en rijkdom van de vrek, moest hij een aanzienlijk bedrag betalen om uit de klauwen van de wet te blijven. Maar in ieder geval had hij zijn geliefde slippers terug.
Diep bedroefd en woedend op zijn slippers gooit hij ze in een vlaag van razernij uit het raam. Dat markeert het begin van een reeks wonderbaarlijke gebeurtenissen, waarbij zijn slippers steeds weer bij hem terugkeren. Hoe moet steeds hogere boetes betalen vanwege allerlei tegenslagen die ze hem en anderen bezorgen en uiteindelijk raakt hij zijn hele fortuin kwijt.
Beeld: Steve Mushero
De symboliek hier gaat veel dieper dan de simpele constatering dat hebzucht een slechte raadgever is. Ja, hebzucht was inderdaad de motivatie voor zijn bewuste daden. Maar onbewust weefde hij tegelijkertijd een patroon dat tot zijn ondergang zou leiden. Want hoe willekeurig en fantastisch de gebeurtenissen met de slippers op het eerste gezicht ook lijken, bij nadere beschouwing blijken ze de enige reeks gebeurtenissen te zijn die hadden kunnen plaatsvinden.
Het leven vindt plaats dankzij equilibrium tussen tegengestelde krachten. Wanneer de wip te veel naar één kant overhelt, zal het leven zichzelf in evenwicht brengen door juist sterk naar de andere kant over te hellen. Abu’s eenzijdige benadering, waarbij hij alles voor zichzelf houdt en niets met anderen deelt ondanks dat hij meer dan genoeg te delen heeft, maakt hem eerst rijk en vervolgens arm. Zijn gebrek aan zelfbewustzijn veroorzaakt de waan dat de nieuwe slippers in de baden eigenlijk voor hem bedoeld waren en komt voort uit een volkomen vertrouwen in zijn eigen zakelijke slimheid. Maar als we de kracht en neiging van Moeder Natuur tot equilibrium negeren, zoals hij deed, en in blind vertrouwen handelen op slechts ons intellect, zal zij op een gegeven moment niet langer genegeerd worden. We zullen dan geconfronteerd worden met een onmogelijke lading tegenslag, zoals Abu ervoer met zijn slippers; tegenslag die voorkomen had kunnen worden als hij zich maar bewust was geweest van de balancerende krachten van de natuur en de vele dimensies waarin wij mensen leven.
Je hebt je eigen bed opgemaakt, nu ga je er in liggen.
Maar hoezeer de gave van intellect ook een last bleek voor Abu Kasem, in het verhaal van De Koning en het Lijk was het juist de redding voor de koning.[3]
Tien jaar lang werd een welwillende koning dagelijks bezocht door een heilige bedelaar-asceet. En elke dag bood de heilige man de koning een stuk fruit aan, waarna hij zonder een woord te zeggen weer vertrok. De koning nam het geschenk aan en gaf het achteloos door aan zijn schatbewaarder, die het even achteloos door een open raam in de schatkamer gooide. Dat ging zo door totdat er een aap uit zijn verblijf ontsnapte en op de troon naast de koning ging zitten. Nadat de bedelaar-asceet zijn dagelijkse fruit had aangeboden, gaf de koning deze speels aan de aap die het open pelde. En zie, er zat een glinsterend juweel in het fruit.
Cover van het boek The King and The Corpse door Heinrich Zimmer. Compilatie: auteur.
De koning was verbijsterd en in de schatkamer lag een fortuin aan juwelen in een grote berg rottend fruit. Omdat hij weinig gaf om rijkdom, gaf hij het hele fortuin aan zijn schatbewaarder. Zijn nieuwsgierigheid was echter gewekt, dus toen de heilige man de volgende dag voor hem stond, weigerde hij het aanbod te accepteren tenzij de ascetische bedelaar zou spreken. Deze verklaarde in ruil daarvoor dat hij een privégesprek wenste. Daarin maakte hij zijn wens bekend, namelijk dat de koning hem zou helpen bij een magische onderneming in de nacht van de eerstvolgende nieuwe maan. De koning moest naar de grote begraafplaats komen, waar de doden van de stad werden gecremeerd en de misdadigers werden opgehangen.
De koning arriveerde op het afgesproken tijdstip bij het afschuwelijke kerkhof. Toen hij de huiveringwekkende plek naderde werd hij begroet door het gehuil van talloze geesten en spoken, maar hij zette onverschrokken door. Hij zag de tovenaar een magische cirkel in de grond tekenen en vernam dat hij wilde dat de koning naar de andere kant van het kerkhof ging om een gehangene op te halen en terug te brengen. Dus ging de koning op weg om de door geesten geteisterde plek over te steken.
Uiteindelijk vond hij de misdadiger hangend aan een boom, klom er in en sneed het touw door met zijn zwaard. Toen het lijk viel, kreunde het alsof het gewond was en het leek alsof er een geest in huisde. Toen de koning dichterbij kwam, begon het te lachen. Nauwelijks had de koning gevraagd: “Waarom lach je?”, of het lijk vloog terug en hing weer aan de boom. De koning klom weer omhoog, sneed het los, maar nu pakte hij het op zonder te spreken en begon te lopen. Toch begon de geest tegen de koning te praten: “O koning, laat me de weg voor u verkorten met een verhaal.” Toen de koning niet antwoordde, vertelde de geest zijn verhaal.
Het verhaal bleek een raadsel te zijn. Als hij dacht het antwoord te weten moest de koning spreken, anders zou zijn hoofd ontploffen. Dus, na het eerste raadsel dacht de koning het antwoord te weten, en om te voorkomen dat zijn hoofd uit elkaar zou knallen, sprak hij het uit. Nauwelijks had hij gesproken, of het lijk vloog terug naar zijn hangende positie aan de boom. De koning ging terug en sneed het lijk los, raapte het op, en de geest kwam met een nieuw raadsel. Opnieuw moest de koning antwoorden als hij dacht het te hebben opgelost, anders zou hij zijn hoofd verliezen. En opnieuw vloog het lijk terug zodra de koning had gesproken.
Beeld: Denny Müller
De koning kon drieëntwintig raadsels oplossen, dus er was veel heen en weer geloop op deze plek van de doden; niet de meest plezierige onderneming. Maar het vierentwintigste raadsel was een koan, een raadsel dat onmogelijk op te lossen is middels logisch nadenken of deductie; ons intellect schiet hier tekort. Hoe hard de koning ook probeerde, hij kon op geen enkele manier een bevredigend antwoord vinden. En zijn stilte (of: ontzag) was precies de voorwaarde voor de geest om de koning verder te laten lopen en hem te informeren over de ware motieven van de tovenaar, die verre van onschuldig waren.
Zijn we wijzer in stilte dan in de scherpzinnigheid van ons spreken? [4]
Met de instructies van de geest kon de koning de tovenaar doden, waarna overal gejuich opsteeg. Want een van de motieven van de ogenschijnlijk heilige man was om het hele rijk van spoken, geesten en demonen te onderwerpen en te betoveren. De koning verkreeg daardoor vele wereldse en spirituele krachten en toen hem werd gevraagd naar zijn wens als compensatie voor zijn gezwoeg tijdens deze vreemdste van alle nachten die hij ooit had meegemaakt, was het dat de verhalen van de 24 raadsels, samen met het verhaal van deze nacht zelf, over de hele aarde bekend zouden worden gemaakt en voor iedereen beschikbaar zouden zijn.
Daarna verscheen Shiva voor hem, bedankte hem en lichtte de sluier van onwetendheid op die de onsterfelijke essentie van zijn menselijk leven voor zijn bewustzijn verborgen had gehouden. Zo keerde de koning getransformeerd en vol kennis terug.
Ook hier zien we een voorbeeld van: je hebt je eigen bed opgemaakt, nu ga je erin liggen. Door achteloos de vruchten te aanvaarden en nogal naïef de goedaardige verschijning van de tovenaar te geloven, bouwde hij een schuld op zonder het te weten. Dat werd uiteindelijk het eindeloos rondsjouwen van een lijk op een afschuwelijke plek in een nacht die een eeuwigheid leek te duren. Zijn eenzijdigheid bestond uit een nogal opgeblazen zelfvertrouwen, gecombineerd met een bijna kinderlijke naïviteit die hem belette de vermomming van de tovenaar te doorzien. Hij was tot dan toe onwetend en onbewust van de duistere krachten van het leven.
Maar in tegenstelling tot Abu Kasem gaf deze koning zich volledig over aan de ‘irrationele’ levenskrachten zoals die zich aandienden in de vorm van de geest in het lijk. Hij probeerde het niet te slim af te zijn of te overtroeven, maar accepteerde genadig elke uitdaging die hem werd voorgelegd, zonder gefrustreerd of ongeduldig te worden. Precies dat opende de deur naar de verlichting die hij uiteindelijk ontving toen Shiva de sluier van onwetendheid voor hem optilde. Hij ervoer uit de eerste hand het bestaan en de werking van de lichte en duistere krachten, zowel binnen als buiten hemzelf, en dat ze elkaar in evenwicht moeten houden om het leven te laten voortduren. Maar door de sluier van onwetendheid op te lichten weet hij nu ook dat hij de kosmische energie is waaruit alles ontstaat en waarin alles weer vergaat. In het menselijk rijk bestaan geboorte en dood en goed en kwaad, maar deze ontbreken in het rijk van de kosmische energie. Begiftigd met de wijsheid waardoor hij tegelijkertijd in zowel de materiele als de spirituele wereld kan bewegen, is hij nu geschikt voor de moeilijke taak om zijn koninkrijk te regeren.
Beeld: Carlos N. Cuatzo Meza
Zonder de werking van zowel de lichte als de duistere krachten in onszelf te hebben ervaren, leven we niet alleen een eenzijdig leven, maar zijn we ook ongeschikt om te groeien en ons als mens te ontwikkelen. Net als Lancelot en Abu Kasem zitten we gevangen in de rijken van de eerste drie chakra’s, waar we eeuwig rondrennen in een zelfgemaakte tredmolen. Hoe minder we ons bewust zijn van onze eigen tekortkomingen (d.w.z. onszelf niet kennen), hoe zwaarder onze beproevingen zullen zijn wanneer deze zich voordoen. Wat het verhaal van de koning en het lijk echter onthult, is dat wanneer we durven vertrouwen in krachten buiten onszelf wanneer het moment daar om vraagt, we niet alleen overwinnen, maar ook het pad betreden om bevrijd te worden uit de cyclus van geboorte en dood, wat in wezen het einde van lijden betekent.
Een mooi kenmerk van mythische en folkloristische verhalen is dat ze door hun symboliek als orakels kunnen functioneren. Ze bewegen mee met de tijd en aangezien het leven een voortdurende en alomtegenwoordige verandering is, verandert ook de symboliek van de verhalen, waardoor de lezer erin kan lezen wat hij of zij op dat moment nodig heeft. Dat komt doordat hun symboliek niet gebonden is aan tijd of plaats, maar universele waarheden en openbaringen in zich draagt die tot ons spreken als mens, niet als burger, ouder of politieagent.
Een van deze waarheden is dat we zonder verzoening van de lichte en duistere krachten in onszelf voor altijd blind in cirkels zullen blijven rondrennen. De koning in het verhaal met het lijk verzoende hen, maar Abu Kasem en Lancelot waren daartoe niet in staat; de eerste door onwetendheid, de laatste door onvermogen.
Andere waarheden die we intellectueel misschien wel kennen, maar moeilijk zelf kunnen ervaren, zijn bijvoorbeeld de feiten dat al het bestaan een voortdurende en eeuwige verandering is, en dat leven alleen kan bestaan door tegenstellingen die met elkaar in conflict zijn (waardoor er balans is). Beide punten worden prachtig gesymboliseerd in de hindoemythe Kālikā Purāna, die een scheppingsverhaal bevat wat dichter bij onze menselijke ervaring lijkt te staan dan bijvoorbeeld het verhaal dat in het boek van Genesis is opgetekend. Volgens deze mythe “vindt de schepping plaats door verrassingen, onvrijwillige handelingen en abrupte omkeringen. De schepping van de wereld is geen voltooid werk, maar een proces dat zich door de geschiedenis heen voortzet, het universum moeiteloos herscheppend en elk moment opnieuw voortstuwend. Net als het menselijk lichaam wordt de kosmos elke nacht en dag gedeeltelijk opnieuw opgebouwd en door een proces van oneindige regeneratie blijft het in leven. Maar de manier waarop het groeit is door abrupte gebeurtenissen, crises, verrassende voorvallen en zelfs vernederende ongelukken. Alles gaat voortdurend mis en toch is dat precies de omstandigheid waardoor de wonderbaarlijke ontwikkeling van het leven tot stand komt.”[5]
Illustratie van Brahma — Vishnu — Shiva van entremitosyleyendas.com
In deze mythe ontstonden alle acteurs, actrices en dingen waaruit het universum bestaat, of ze nu goddelijk of menselijk zijn, eerst in Brahmā’s diepe onderbewustzijn in de vorm van gedachten. Zoals de meeste van onze eigen gedachten ontstonden ze onvrijwillig, maar in tegenstelling tot die van ons manifesteerden ze zich onmiddellijk als tastbare verschijningen voor zijn ogen. Vervolgens, naarmate het verhaal zich ontvouwt, worden allianties gevormd en verbroken en volgt chaos op orde, die, zodra orde lijkt te zijn gevestigd, noodzakelijkerwijs weer door chaos wordt opgevolgd, enzovoort.
Dat is een veel menselijker beeld dan een perfect wezen met een perfect plan (dat uiteindelijk helemaal niet zo perfect bleek, want toen Hij dacht dat hij klaar was, begon alles uit elkaar te vallen; maar is dat niet de ware openbaring van Genesis?). In de Kālikā Purāna is de grap dat alle personages op gelijke wijze in de valkuilen van het wereldse spel (de godin Māyā) trappen, en het verhaal is nauwelijks begonnen of ze raken allemaal in hun eigen tegenstrijdigheden verstrikt. Klinkt bekend, nietwaar?
Kortom, deze verhalen hebben een helende kracht, omdat ze allemaal wijzen naar de waarheid dat ware vrede en vrijheid alleen in onszelf te vinden zijn. Vlak voordat hij zijn lichaam achterliet, zei de Boeddha: “Wees je eigen toevluchtsoord.” Daarmee bedoelde hij dat we moesten inzien en accepteren dat we Roodkapje en de Wolf zijn, Sneeuwwitje en de Boze Koningin, Abu Kasem en zijn slippers, de Koning en de boze tovenaar, rationaliteit en irrationaliteit, cultuur en natuur, materie en spirit. Op die manier belichten mythen en sprookjes niet alleen de waarheid van het bestaan door het conflict van tegenstellingen, maar ook dat zodra de ene tegenstelling vernietigd wordt, de andere onmiddellijk ophoudt te bestaan (bijvoorbeeld met inademen en uitademen).
Tegelijkertijd wijzen ze op een andere waarheid. Want zodra we de duistere krachten in onszelf moedig onder ogen zien, accepteren en omarmen, komen we bevrijd van onze demonen uit de afgrond tevoorschijn. We kunnen dan ten volle genieten van aangename momenten wanneer ze zich voordoen, zonder energie te verspillen door eraan vast te klampen en onplezierige momenten volledig accepteren zonder energie te verspillen door er weerstand aan te bieden. We hoeven ons niet langer zorgen te maken over wat we in bepaalde situaties moeten doen, omdat we nu volledig vertrouwen hebben in ons spontane vermogen om het juiste te doen, op het juiste moment, op de juiste plaats. Dat inzicht is voor mij de grootste zegen die deze verhalen bieden, waardoor wij ons wederom als kinderen kunnen verwonderen - maar met de ervaringen van een volwassene op zak!
Vrolijk leesplezier,
Erik
Notitie en Referenties
[1] Uit: Zimmer, Heinrich (1956). The King And The Corpse: Tales of the Soul’s Conquest of Evil. Four Romances From The Cycle Of King Arthur. Princeton University Press. (Edited by Joseph Campbell)
[2] Uit: Zimmer, Heinrich (1956). The King And The Corpse: Tales of the Soul’s Conquest of Evil. Abu Kasem’s Slippers. Princeton University Press.
[3] Uit: Zimmer, Heinrich (1956). The King And The Corpse: Tales of the Soul’s Conquest of Evil. The King and The Corpse. Princeton University Press.
[4] Ibid.
[5] Uit: Zimmer, Heinrich (1956). The King And The Corpse: Tales of the Soul’s Conquest of Evil. Four Episodes From The Romance Of The Goddess. Princeton University Press.
PS. Het spreekt voor zich dat er veel diepere symboliek en betekenissen te vinden zijn in de verhalen die we in dit artikel hebben behandeld. Deze, en vele andere, zijn te vinden in het boek The King and The Corpse, geschreven door indoloog en taalkundige Heinrich Zimmer, en geredigeerd door de meester van de mythologie, Joseph Campbell (een leerling van Zimmer).
Deel jouw weg!
Waardevolle lezer, de beslissing om je eigen weg te gaan volgen kan een moeilijke zijn. Neem je echter de moedige stap om ‘m toch te bewandelen, dan ga je zeer waarschijnlijk hetzelfde ervaren als velen die je zijn voorgegaan: ze zouden niet anders meer willen. Heb jij je losgemaakt van het conventionele leven om je eigen weg te vinden? Heb je een talent voor schrijven en wil je je verhaal delen via deze website? Laar dan een bericht achter of neem gerust contact met ons op via het contactformulier. We willen onze community graag laten groeien!