Wat Ik Graag Had Geweten Voordat Ik Een Walkman Kreeg
Leestijd: 9 minuten
Walkman illustratie: davidswidjaja. Jolly Equilibrium logo & compositie: Erik Stout.
Ik hou van muziek en van mensen. Concertbezoek was een hoogtepunt vanaf het moment dat mijn vader me meenam naar mijn allereerste concert: Iron Maiden live in 1986. Zijn gezichtsuitdrukking zal ik nooit vergeten toen hij doorhad dat bier om efficiëntie redenen werd geschonken met een tuinslang, hoe een mede-rocker door vier anderen werd weggedragen na te diep in de tuinslang te hebben gekeken, en hoe hij een paar centimeter opsteeg toen hij werd omringd door een groep jonge dames die hem de meest geweldige vader in de wereld vonden omdat hij zijn 12-jarige jochie meenam naar een rockconcert.
De liefde voor muziek begon in 1979, toen ik Kiss leerde kennen. Batman was toen al een held, en Kiss was voor mij Batman op rock-'n-roll-steroïden. Door de guldens te sparen die ik verdiende met klusjes als auto's wassen en honden uitlaten, kon ik al snel mijn eerste Kiss-LP kopen. Die plaat voor de eerste keer op de draaitafel leggen, de naald erop plaatsen, het karakteristieke gekraak horen, waarna ronkende gitaren het eerste nummer aankondigden, was niets minder dan magisch.
Drumlessen begonnen op 8-jarige leeftijd en markeerden het begin van een lange reis in de muziek. De vreugde van het spelen in een band kan met niets worden vergeleken. En als het spel wordt uitgebreid met een publiek waarmee actieve interactie ontstaat, is het alsof je vleugels hebt gekregen en kunt vliegen met de wolken.
Stel je mijn extase voor toen ik in 1984 mijn allereerste Walkman kreeg voor mijn 10e verjaardag: een Philips Skyliner Mark II Cassette/FM-radiospeler. Als snelgroeiende muziekliefhebber was ik natuurlijk dolgelukkig met deze onbetaalbare schat en niet in de laatste plaats omdat het dubbele jack-ingangen had, zodat mijn muziekervaring kon worden gedeeld. Wat ik echter niet wist, was hoe dit ‘geschenk’ het potentieel had om ons te vervreemden van onze familie, vrienden en, paradoxaal genoeg, van onszelf.
Bee;d: Philips Skyliner Mark II (D6638) Walkman. Foto van een Philips Walkman brochure.
Van de vijf zintuigen is geluid het enige dat continu vanuit alle richtingen op ons afkomt. We kunnen zicht en smaak uitschakelen door onze ogen en mond te sluiten. We kunnen ons afkeren van nare geuren of ongemakkelijke gevoelssensaties. Maar het is vrijwel onmogelijk om geluid volledig buiten te sluiten, voornamelijk vanwege de vibrerende aard ervan: geluid heeft door middel van zijn geluidsgolven het vermogen om ons veel dieper te raken en beïnvloeden dan alle andere zintuigen, zowel letterlijk als figuurlijk. Daarom kan geluid — en muziek in het bijzonder — zeer effectief zijn in het afstemmen van onze geest, lichaam, hart en ziel. Het is niet voor niets dat veel culturen geluid nog steeds gebruiken als een middel voor heling en diepgaande spirituele praktijken, waarin het gemeenschappelijke aspect een belangrijke rol speelt.
Gemeenschappelijke geluiden hebben een egalitair effect. Wie heeft er geen last van het schrille geluid van nagels die over een schoolbord krassen? Wie zingt er niet spontaan mee als Het Wilhelmus klinkt? En wie gaat er niet schuilen zodra donderslagen een storm aankondigen? Gemeenschappelijke geluiden creëren dus een band, die nog duidelijker wordt als we samen muziek maken.
Het gezamenlijk maken van muziek, of het nu in een koor, ensemble, drumcirkel, band, of rond een kampvuur wordt gedaan, versterkt het gevoel van gemeenschap omdat het een groep mensen in een andere dimensie brengt. Een belangrijk aspect daarvan is het vermogen, voor iedereen die erbij betrokken is, om actief deel te nemen aan de muzikale reis. Want ongeacht de individuele vaardigheden brengt het maken van muziek met anderen gevoelens van verbondenheid en kameraadschap teweeg. Het vergroot zelfrespect, zelfvertrouwen en voegt waarde en betekenis toe door middel van een gevoel van verantwoordelijkheid voor ieders aandeel in de reis.
De komst van opgenomen muziek heeft er echter toe geleid dat het voor de meesten van ons onmogelijk is geworden om actief deel te nemen aan het muzikale proces.
Frame van de muziekvideo voor de song Angel’s Son door de band Sevendust.
Het uitzenden van muziek op radio en tv werd niet lang daarna gevolgd door een onvermijdelijke nageboorte: de hitparades, die het impliciete idee met zich meebrachten dat alles wat niet in die hitlijsten stond, niet de moeite waard was om naar te luisteren. Een direct gevolg daarvan was de openlijke concurrentie tussen professionele muzikanten die streden om gunsten van platenmaatschappijen. Minder zichtbaar, maar onmiskenbaar meer verdeeldheid zaaiend, was dat iedereen buiten de zogenaamde muziekprofessionals steeds meer begon te geloven in hun eigen muzikale onkunde. Hun muzikale vaardigheden waren het aanhoren niet waard en verdienden het dus niet meer om te worden uitgevoerd. Die hele grote groep is wat we nu muziek consumenten noemen, gehard in de overtuiging dat ze weliswaar gezien mogen worden, maar niet gehoord.
Niettemin herbergden zelfs die tot passiviteit aanzettende technologische uitvindingen zoals opgenomen muziek, radio en tv, tenminste nog een soort gemeenschapsgevoel, omdat hun content door meerdere mensen tegelijk kon worden geconsumeerd. We konden nog steeds gezamenlijk liedjes meezingen of emotionele ervaringen delen van tv- of radioprogramma's. Maar dat veranderde allemaal met de komst van de Walkman, die ons effectief beroofde van ons gevoel van gemeenschap en dus van een gevoel van verbondenheid.
Als we samen muziek maken, dienen we niet alleen verantwoordelijkheid te nemen voor ons eigen actieve deel, maar ook te luisteren naar wat er om ons heen gebeurt. Door rekening te houden met anderen, leren we onze eigen rol te begrijpen op basis van onze vaardigheden en leren we hoe we dienovereenkomstig kunnen handelen. Zo leren we op een speelse manier te communiceren en samen te werken, waarbij ieders muzikale vaardigheden worden gewaardeerd en waardoor de hele muzikale reis een zinvolle, louterende en vreugdevolle ervaring kan worden.
Maar zodra we massaal muziek begonnen te consumeren via koptelefoons en oordopjes, sloten we onszelf effectief af van de buitenwereld, waar we naartoe moeten als we elkaar willen ontmoeten. En aangezien het erop lijkt dat vooral jongeren liever elektronisch communiceren dan in persoon, heeft de privatisering van muziek en geluid ons effectief beroofd van ons vermogen om rechtstreeks met elkaar te communiceren en samen te werken — en dus van ons gemeenschapsgevoel.
Een dame sluit zichzelf af voor zowel haar externe als interne wereld. Beeld: Surprising_Media
Onder het mom van het creëren van de soundtrack van je leven, veroorzaakt het daadwerkelijke verlies van contact met anderen en onze omgeving niets anders dan angst waarvoor we verlichting zoeken. Ken je een betere manier om onze eigen gedachten en emoties te verdoven dan door in te pluggen op privémuziek, podcasts of welke geluidscontent dan ook? Want in tegenstelling tot alcohol of drugs bijvoorbeeld, zijn de Walkman, iPod en sociale media, hoezeer ze ook verdeeldheid kunnen zaaien, niet alleen sociaal acceptabel geworden, maar door ons af te leiden van onze onophoudelijke angst, zelfs zeer wenselijk. Divide et impera in perfectie, want we worden niet alleen afgesneden van het leven in het algemeen, maar ook van elkaar en, het meest verontrustend: van onszelf.
Daarom kan overmatig koptelefoongebruik, naast de voor de hand liggende mogelijk schadelijke fysieke bijwerkingen,[1] op de lange termijn ook psychologisch, emotioneel en sociaal schadelijk worden, wat Jim Taylor van Psychology Today als volgt veronderstelt:
“Misschien wel het meest zorgwekkende aspect van het constante gebruik van oordopjes is het vagevuur waarin onze geest verblijft. We zitten gevangen in een limbo tussen verbonden zijn met de buitenwereld door een soort sociale interactie en verbonden zijn met onze innerlijke wereld van gedachten en emoties.”
Om uit deze limbo te komen, denk ik dat drie factoren een belangrijke rol kunnen spelen:
De acceptatie en omarming van koptelefoons, oordopjes, opgenomen muziek, etc.;
Het creëren van een gezonde balans tussen gemeenschappelijke en privé-muziekactiviteiten;
Muziek als metafoor voor het leven.
Zoals met alle uitvindingen die gemeengoed zijn geworden, zijn koptelefoons etc. niet meer uit het leven weg te denken en het is aan elk van ons om te bepalen hoe ze te gebruiken.
Met betrekking tot de kunst van het luisteren naar muziek, bijvoorbeeld, bieden koptelefoons de mogelijkheid om onszelf erin onder te dompelen alsof het een warm bad is. De helderheid waarmee elk instrument kan worden onderscheiden en de ervaring om in de muziek te zweven is ongeëvenaard. Bovendien profiteren velen van de mogelijkheid om de buitenwereld tijdelijk te dempen tijdens geconcentreerd school- of ander werk en voor musici zijn koptelefoons een onmisbaar hulpmiddel.
Maar als we ze gebruiken als verdoving om onszelf af te leiden van onze externe en interne wereld, kunnen ze een zombie-effect creëren. Daarom is een gezonde balans tussen privé- en gemeenschappelijke muzikale activiteiten niet alleen raadzaam, maar ook verstandig, zoals David Byrne van de band Talking Heads beaamt:
“Het maken van muziek, kleding, kunst of zelfs voedsel, heeft een heel ander en mogelijk gunstiger effect op ons dan het simpelweg consumeren ervan.”[2]
Beeld: joaquinmaizon
Vervolgens uit hij kritiek op het trieste feit dat in de meeste zogenaamd beschaafde samenlevingen het onderwijs en financieren van de kunsten al ruim sinds veertig jaar gestaag afneemt:
“Het lijkt er vaak op dat machthebbers niet willen dat wij plezier beleven aan dingen zelf te maken – ze willen liever een culturele hiërarchie creëren die onze amateuristische inspanningen devalueert en consumptie aanmoedigt in plaats van creatie.”[3]
Om de kracht van gezamenlijk muziek maken te benadrukken, citeert Byrne hoe de Braziliaanse muzikant Carlinhos Brown verschillende muziek- en cultuurcentra oprichtte in voorheen gevaarlijke wijken in Salvador de Bahia:
“In Candeal, Brown’s geboorteplaats, werden lokale kinderen aangemoedigd om zich bij drumbands aan te sluiten, te zingen, liedjes te componeren en optredens te geven in zelfgemaakte kostuums.”[4]
Deze kinderen vonden het veel leuker om muzikant te zijn en met elkaar muziek te maken dan om drugs te dealen. Dus toen de dealers begonnen te vertrekken omdat hun rekruten te druk waren met het maken van muziek, daalde het criminaliteitscijfer beetje bij beetje in deze buurten en keerde de hoop terug. Muziek kan daarom een emotionele, intellectuele, morele en sociale kracht zijn, op voorwaarde dat het deel uitmaakt van de zeden en gebruiken van een hele gemeenschap — zowel als het gaat om het maken van muziek, als om elkaar te onderwijzen over de mogelijke helende en ziekmakende effecten van het gebruik van koptelefoons/oordopjes.
Tot slot, voor degenen die spiritueel ingesteld zijn; het fenomeen van opgenomen muziek (of eigenlijk alles wat wordt opgenomen, of het nu audio, video, of tekst/cijfers is) insinueert het foutieve idee van continuïteit. Want zelfs als we onze favoriete nummers keer op keer kunnen afspelen via LP's, CD's of digitale afspeellijsten, blijven ze nooit continu bestaan. Elke noot, eenmaal afgespeeld, verdwijnt in de afgrond van het verleden. Bovendien veranderen onze lichaam en geest eindeloos, waardoor we per definitie nooit dezelfde noot twee keer kunnen horen.
Muziek laat ons door de vluchtige aard ervan direct ervaren dat de enige continue factor in het leven verandering is, net zoals de maan ons direct hetzelfde laat ervaren door haar voortdurend veranderende vorm. Muziek en maan leren ons dus dat bevrijding betekent bevrijd te worden van de rigide overtuiging — en vaak de wens — dat dingen en mensen voor altijd hetzelfde blijven. Zodra de misvatting daarvan is gerealiseerd en volledig geaccepteerd, is er een einde aan het lijden.
Vrolijke groetjes,
Erik Stout
Notitie & Bron:
[1] Door mijn onwetendheid ontwikkelde ik een milde tinnitus en hyperacusis. Gelukkig heb ik mijn perspectief op de tinnitus kunnen veranderen van vervelend naar mijn persoonlijke vorm van Tao – wat betekent dat wanneer ik me niet bewust ben van het ruisen in mijn oren, ik niet aanwezig ben in het hier en nu.
[2] Byrne, D. (2012). How Music Works. San Francisco, CA: McSweeneys.
[3] Ibid.
[4] Ibid.
Hoe eigen-wijs ben jij?
Waardevolle lezer, heb je transformerende ervaringen meegemaakt die je leven een andere wending hebben gegeven? Heb je een talent voor schrijven en wil je jouw verhaal delen via deze website? Neem gerust contact op. We willen onze community graag laten groeien!