De Zeven Koninkrijken (6)
Het Vierde Koninkrijk - Deel II
Leestijd: 12 minuten
“Ben je nu klaar voor die nectar?”
“A-a-alsjeblieft?” Andy’s onvrijwillige vibrato irriteerde hem.
De fruit-en-nectartafel uit het museum stond op een kleine terp in een weelderige weide. Heuvelachtige graslanden met kleine groepjes berken waren te zien in het oosten en zuiden. Felgekleurde bloemperken baanden zich een weg naar het westen, terwijl een grote rotsformatie vanuit de grond recht omhoog rees in het noorden. Een zacht briesje gaf het tafereel een vrij aangename sfeer. Andy keek verbaasd om zich heen.
“Waar zijn we? Hoe zijn we hier terecht gekomen?”
“Waar denk je dat we zijn?” vroeg de dame geamuseerd, terwijl ze rustig van haar nectar nipte. Ze vervolgde toen ze de verbijstering op zijn gezicht zag.
“Wat je nu ervaart is niet iets nieuws. Sterker nog, je hele leven ben je reeds zo vaak van de ene in de andere situatie en van de ene in de andere scène gestapt, dat je ze onmogelijk allemaal hebt kunnen onthouden. Nu, in welke omgeving doe je dat normaliter, en zonder enige moeite bovendien?”
Een ouderwetse gloeilamp knipte aan boven zijn hoofd.
“Droom ik?”
“Bijna, maar niet helemaal. Laten we je verzoek om terug te gaan naar je oude werkplek eens onder de loep nemen. Waarom wilde je terug naar een omgeving waarin je je gevangen voelde, en waardoor je deze reis bent gaan maken?”
Andy had een moment nodig om daarover na te denken. Toegegeven, ook al was de drang ontstaan uit frustratie, het wàs nogal vreemd. Wat hàd hem er eigenlijk toe aangezet om terug te willen naar dat vreselijke kantoor? En bovendien, hoe wist zij van zijn gevoelens en huidige reis? Hij besloot om eerst haar vraag te beantwoorden.
“Ik denk dat het angst was.”
“Angst waarvoor?”
“Nou, sinds ik deze reis maak gebeuren er continu de vreemdste en engste dingen. Het houdt maar niet op! Ik hou al niet van verrassingen, maar dit grenst aan het belachelijke. Ik was er klaar mee en hoe waardeloos ik mijn kantoor ook vind, de voorspelbaarheid ervan werd ineens enorm aantrekkelijk.”
“Blijf je dan liever gevangen?”
“Ik weet niet wat beter is: gevangen en gezond, of vrij en krankzinnig.”
“Zou je vrijwillige gevangenschap gezondheid noemen?”
Opnieuw had hij wat momenten nodig om na te denken. Want wederom klonk dat vreemd. Hij besloot tijd te rekken.
“Hoe weet je over mijn werkplek en reis?”
“Omdat je hier nu bent. Mensen komen hier niet per ongeluk terecht. Je bent op een pad gestapt vanwege een diep verlangen dat voortkwam uit een diepe ontevredenheid met je leven. Waar ben je naar op zoek?”
“Aangezien je alles over mij al lijkt te weten, weet je dat waarschijnlijk ook wel.”
“Ja, maar ik hoor het liever van jou, alsjeblieft.”
“Oh, okay. Ik zoek naar de zin van het leven.”
“Wiens leven?”
“Wat?”
“Wiens leven? De uitspraak ‘zin van het leven’ is altijd subjectief. Wat voor de een betekenisvol is, hoeft dat niet voor de ander te zijn, zoals Manipura je eerder reeds vertelde. Het specificeren van je vraag zal je helpen op je reis, omdat op die manier alle situaties en sensaties die je nog moet doorstaan, op zijn minst zinvol zijn. Dus, de zin van wiens leven zoek je?”
Grappig genoeg klonk dat helemaal niet vreemd.
“Tja, als je het zo stelt, dan ben ik op zoek naar de zin van mijn leven.”
“Goed, dat is het startpunt. Laten we nu eens kijken waar we zijn. Zie je de rotsformaties daar?” terwijl ze richting het noorden staarde.
“Ja. En?”
“Zie je het grote schilderij in het midden?”
De groeven waren niet te missen.
“Je bedoelt die grote, lange groeven?”
“Hm-m. Kun je opmaken wat het is?”
Hoe hard hij ook probeerde, het enige wat hij zag waren ogenschijnlijk onafhankelijke groeven en lijnen, ondanks zijn bovengemiddelde scores op de Rorschachtest en zijn liefde voor de beeldende kunst.
“Ik heb werkelijk geen idee.”
“Het is een stier.”
“Echt waar?” Hij keek nog eens. “Ziet er niet uit als een stier.”
“Het schilderij geeft niet weer hoe een stier eruit ziet, maar wat een stier is.”
Natuurlijk! Hij had met gewone, alledaagse ogen gekeken, niet met artistieke ogen. De compositie en de lijnen vertelden allemaal het verhaal van de essentie van een stier, die krachtig, volhardend, woest en vruchtbaar is. De openbaring was magisch.
“Ah, nu zie je het, goed zo. Hoe komt het dat je het eerst niet zag, maar nu wel?”
“Toen je ‘stier’ zei, kwam automatisch het beeld van het dier in me op en begon ik daarnaar te zoeken. Maar nadat je het verschil had uitgelegd tussen zijn uiterlijke verschijning en zijn essentie, werd het plaatje opeens duidelijk.”
“Om die stier te kunnen zien, heb je inderdaad een bepaalde manier van kijken nodig. Met gewone, alledaagse ogen zullen die lijnen nooit meer worden dan dat. Men heeft visie nodig om de essentie van dingen te kunnen zien, en die wordt pas zichtbaar als iets gezien kan worden voor wat het in essentie is.”
Andy nam een slokje van zijn nectar.
“Mijn tekenleraar zei altijd dat de essentie van een ding zichtbaar kan worden als je de aard, de relaties, kenmerken, en de functie ervan bestudeert.”
“Dat kan inderdaad een effectieve manier zijn om de alledaagse nuttigheidsvisie te overstijgen die mensen gebonden houdt aan de koninkrijken die je hebt bezocht voordat je hier kwam.”
“Wat bedoel je met gebonden?”
“Wat denk je dat het betekent om mens te zijn? Heb je daar ooit eens over nagedacht?”
Dat had hij inderdaad. Heel, heel vaak. En iedere keer dat er deuren langzaam openden waardoor een antwoord zichtbaar leek te worden, gebeurde er iets waardoor ze plotseling dichtklapten en weer voor een tijdje op slot gingen.
“Ik hoop erachter te komen.” zei hij, terwijl hij naar de stier staarde.
“JE MOET MET IETS BETERS KOMEN.”
“Wa…wa…”
De positie was precies hetzelfde. Rustig zittend, één been over het andere gekruist terwijl een zwarte hoef zachtjes in de lucht bungelde, leunend tegen de achterkant van de stoel terwijl hij de nectar in één hand hield en een vlammen schietende drietand in de andere.
“LEKKERE NECTAR, NIETWAAR?” terwijl de duivel een slokje nam.
“Grbltruchlpwrzltpgy.”
“JE WILT ANTWOORDEN, OOK AL WEET JE DAT HET VOORNAAMSTE KENMERK VAN ANTWOORDEN IS, DAT ZE ALLEEN MEER VRAGEN OPROEPEN. ANTWOORDEN HERBERGEN DE ILLUSOIRE OVERTUIGING DAT DE ZOEKER, WANNEER EEN ANTWOORD IS GEVONDEN, ACHTEROVER KAN LEUNEN EN ZICH TOT IN DE EEUWIGHEID KAN ONTSPANNEN. HEEFT EEN ANTWOORD JE OOIT EEUWIGE VREUGDE, GELUKZALIGHEID, VREDE, LIEFDE OF VRIJHEID GEGEVEN? STOP MET KWIJLEN EN GEEF ONS ANTWOORD.”
Langzaam kwam hij tot bezinning, met name door het woordje ‘ons’.
“Eh…nee, niet eeuwig. Nee. Maar, eh…”
“JA?”
“U zei ‘ons’?”
“DWAAL NIET AF. WAT HEBBEN ANTWOORDEN OOIT VOOR JOU GEDAAN?”
Ja, wat hadden ze eigenlijk voor hem gedaan? De duivel had gelijk dat ze uiteindelijk alleen maar meer vragen opriepen dan men bereid was te beantwoorden. Maar het gevoel van zoete opluchting wanneer een antwoord was gevonden, ook al duurde het altijd maar kort, had een overtuigend verslavende kwaliteit. Het was erger dan welke andere verslaving dan ook, omdat het iemand tijdelijk het gevoel gaf onoverwinnelijk te zijn (dat wil zeggen: zonder de hulp van verdovende middelen).
“Op de lange termijn niet zo veel.” moest hij toegeven.
“Zodra je stopt wanhopig te zoeken naar antwoorden, opent je geest zich om ze te ontvangen. Want de geest is wat het betekent om mens te zijn, Andy. En nu ken je ons allebei.”
Hij had slechts één keer met zijn ogen geknipperd. De duivel was weg en in precies zijn houding was de Athene-look-a-like weer teruggekeerd. Alleen de zwavelachtige geur bleef achter.
“Wij zijn slechts twee delen van hetzelfde geheel, twee kanten van dezelfde medaille. Wat je hier waarneemt is een visionaire ervaring. Kunstenaar zijn heeft jouw geest voorbestemd om dingen te zien die verder gaan dan hun bruikbaarheid. Het geeft jou de bekwaamheid om dingen in hun essentie te zien, ook al hoef je daarvoor niet per se kunstenaar te zijn. Door middel daarvan vergroot je het vermogen tot ecologisch gewaarzijn, wat niets anders is dan de realisatie van de wederzijdse afhankelijkheid van, nou ja, alles. Laten we nu een klein experiment uitvoeren. Hoe ziet de hemel er volgens jou uit?”
De stad is rond. De kern bestaat uit een gigantische witte koepel waaraan in alle windrichtingen acht kleinere koepels zijn bevestigd. De cirkel eromheen toont een weelderig groen stadspark, met ontelbare graslanden als picknickplaatsen. Rondom het park staan grote, ronde, organisch ogende woongebouwen die bijna volledig van glasachtig materiaal zijn gemaakt. Wanneer de zon schijnt, zal het de huizen van mensen op verschillende, ingenieuze manieren verlichten. Toch is het materiaal voorzien van fotochromische lenzen die naar believen kunnen worden ingeschakeld. Als het licht - of de hitte - te intens wordt, zorgt het inschakelen ervan voor een mega-zonnebril die je huis prettig verlicht en koel houdt.
Als je verder naar de buitenringen reist, zijn er buitensportfaciliteiten, landbouwgronden, bossen en meren. Iedereen kan ontdekken waar zijn of haar unieke talenten liggen, en wordt aangemoedigd om deze te ontwikkelen en cultiveren. De uitwisseling van ervaringen en ideeën doet denken aan het oude Alexandrië en de totale ontwikkeling van elk mens is een collectieve onderneming en doel op zich. Mensen in lakens debatteren op straat of houden zich bezig met sport, artistieke inspanningen of organisatorische projecten. Honden blaffen speels in de parken waar pas ontmoete stellen verhalen delen en flessen wijn leegdrinken.
Andy keek om zich heen in deze wonderbaarlijke wereld. Er was overvloed aan alles; kleuren, muziek, creativiteit, magie, liefde – ja, er was ware Liefde in deze wereld. Een gevoel van erbij horen waar hij eeuwig naar had verlangd. Hij had zich nog nooit zo licht gevoeld, alsof hij zweefde. Wat natuurlijk ook zo was, maar hij ging het moment er niet door laten verpesten.
“EN HOE ZIET DE HEL ER VOLGENS JOU UIT?”
De stad is grotendeels afgebrand. Een gigantische krater van ongeveer acht kilometer in diameter is het nieuwe stadscentrum. De gebouwen die nog staan hebben geen glas meer. Zwerfhonden, katten, ratten en zombies zijn hun belangrijkste bewoners. De zombies zijn menselijke lichamen die nog staan en bewegen, maar wiens ziel hen heeft verlaten. Ze voeden zich met alles wat beweegt, op voorwaarde dat het een ziel heeft. Je kunt bijna zeggen dat er een vleugje waardigheid in hen is overgebleven.
Wat er is overgebleven van de rest van de mensheid, is gevlucht naar wat ooit de buitenwijken waren. Daar vechten mensen voor basisvoorzieningen als voedsel en kleding. De politie gebruikt militair geweld in een wanhopige poging om orde te herstellen. Verschillende pogingen van zorgverleners om zieken en gewonden te behandelen worden met wantrouwen en wrok beantwoord, soms zelfs met fysiek geweld. De onophoudelijke activiteit van militaire vliegtuigen houdt de stad in een staat van voortdurende angst. Andy rilde en zijn lichaam voelde zwaar aan, als een aambeeld.
“Hij heeft een gezonde levenslust, hè?”
“JA.”
Terug op het heuveltje moest Andy zich vasthouden aan zijn stoel om niet omver te vallen.
“Hoe kunnen jullie beiden zeggen dat ik levenslust heb als we net het einde van de wereld hebben gezien?”
“Laat me iets uitleggen over dit rijk. Dit rijk, Andy, laat je de totaliteit zien van wat het betekent om mens te zijn. Want mens zijn is begrijpen, met elke vezel van je hele wezen en zonder enige twijfel, dat het leven bestaat uit zowel het goede als het kwade, het juiste en het verkeerde, de hemel en de hel. Bovendien gaan deze tegenstellingen voortdurend in elkaar over, net zoals de tegengestelde bewegingen van inademen en uitademen voortdurend, en voor eeuwig, in elkaar overgaan.
“Wanneer mensen opgroeien, wordt hen beloofd dat zaken als eten, seks, macht of bezittingen, eeuwige voldoening brengen zodra ze zijn verkregen. Is dat ook jouw ervaring?”
“Ha.”
“Dus je ziet dat zodra de vluchtigheid van het leven duidelijk wordt, en alles wat mensen waardevol vinden waardeloos blijkt te zijn…”
“… dan gaan ze eropuit en proberen ze ergens anders betekenis te vinden.” sprak Andy tot zijn verbazing hardop.
“HIJ BEGINT HET TE SNAPPEN.”
“Stil maar lieverd. Nu-au! Hé, kijk uit waar je die drietand houdt.”
“IK BEPAAL ZELF WEL OF IK STIL BEN OF NIET.”
“Hm.” en op een veel zoetere toon: “Nu, Andy, laten we terugkeren naar het idee van vluchtigheid. Begrijp je de eeuwigdurende overgang van in- naar uitademing en weer terug?”
Terwijl hij een grinnik probeerde te onderdrukken, antwoordde hij:
“Hmm-m.”
“Kun je voorbeelden geven van wezens die in iets anders veranderen?”
“Ah, nou, levende wezens kunnen, als ze sterven, veranderen in voedsel of aarde.”
“Ja, en waarin kan aarde bijvoorbeeld veranderen?”
“Eh, bomen, planten, bloemen, huizen voor dieren, wijnkelders.”
“Precies. En als je naar jezelf kijkt, neem je continu zuurstof, voedsel en water op uit de buitenwereld, wat jij vervolgens transformeert tot koolstofdioxide, urine en uitwerpselen, wat je continu teruggeeft aan de buitenwereld. Dus in de fysieke wereld, die de meeste mensen de ‘echte’ wereld noemen, beweegt en verandert alles voortdurend. Niets blijft hetzelfde, wat een serieus probleem wordt voor degenen die weigeren te stoppen met geloven in de illusie dat goederen en ervaringen eeuwige voldoening brengen. Aan de andere kant kan het een toegangspoort worden voor de ontwikkeling tot een compleet mens.”
“Hoe dan?”
“Wat geven mensen, naast koolstofdioxide, urine en uitwerpselen, nog meer onophoudelijk aan hun buitenwereld af wat dieren over het algemeen niet doen?”
“Eh, geen idee. Woorden?”
“Ja, voor zover ze ideeën vormen. Jouw eerdere visioenen van hemel en hel zijn visioenen omdat ze een bepaalde situatie voorstellen die nog niet is gematerialiseerd, anders zou het een herinnering zijn geweest. De menselijke geest kan inbeelden, kan nadenken over denken, kan reflecteren op zijn eigen gedachten, gevoelens en acties. Dat is wat mensen onderscheidt van andere levensvormen.
“Maar mensen die gebonden zijn aan de illusie dat eeuwige voldoening te vinden is in goederen of ervaringen, die van nature vluchtig zijn, zullen nooit hun volledige menselijke potentieel realiseren. Ze gebruiken hun geest uitsluitend om steeds nieuwe goederen en ervaringen te verwerven of om ervoor te zorgen dat ze niets verliezen, zoals je in de eerdere rijken hebt gezien. Hun enige maatstaf voor waarde ligt in het nut van goederen, ervaringen of andere mensen. En met het idee van nut komt het idee dat zij, net als al het andere, een volledig onafhankelijke entiteit zijn, die hun leven volledig onafhankelijk van anderen en hun omgeving moeten leven. Omdat dat natuurlijk onmogelijk is, zweeft hun staat van zijn meestal tussen frustratie en angst.”
“Ja, dat gevoel ken ik.”
“Ja, maar hun ervaring stopt met de acceptatie van het idee dat ‘het toch nooit beter dan dit gaat worden.’ Jouw visioenen vertellen echter een ander verhaal. In dit rijk worden de woorden hemel en hel net zo zichtbaar als de zogenaamde echte wereld voor de meesten. De reden waarom wij levenslust in jou zien, is omdat zelfs jouw visioen van de hel ziel bevatte, en ziel belooft altijd de mogelijkheid voor ontwikkeling en cultivering van leven, zelfs wanneer het omringd is door de dood. Toch zijn er mensen die visionaire ervaringen doormaken waar ziel volledig in ontbreekt. In hun versie van de hemel is het zomerzonlicht kwaadaardig en is echte schoonheid slechts suggestief. Wanneer de intensiteit van het bestaan, die elk object van een ziel voorziet, van dichtbij wordt gezien – en buiten de context van nut – wordt het als een bedreiging gevoeld. Daarbij is hun versie van de hel een enorme kosmische gevangenis die slechts bestaat om continu gevoelens van schuld, eenzaamheid, angst, en onwerkelijkheid in te boezemen. En toch houden ze zich wanhopig vast aan wat ze denken te hebben, wat - of wie - dat ook mag zijn, uit een voortdurende angst om los te laten.
“Die angst is wat wij een staat van zijn noemen. Elke onafhankelijke ervaring, of die nu plezierig of pijnlijk is, wordt overgoten met de saus van angst, om het zo maar te zeggen. In de meeste gevallen zijn mensen zich niet bewust van hun staat van zijn. Het wordt onderdrukt naar een verre, verre plek in de diepten van hun onderbewustzijn. Zolang het daar blijft, zullen ze eenzijdig zijn in hun meningen en voorspelbaar in hun gedrag. Dit is bijvoorbeeld waar jullie hele advertentiemodel op is gebaseerd.”
“Asjemenou!” Andy zat meteen rechtop, want hij was dol op die retro posters voor reizen over zee, per trein en per vliegtuig.
“Het doel van menselijke ontwikkeling is om iemands staat van zijn te veranderen, iemands basisperceptie van waaruit elke ervaring wordt waargenomen; de saus veranderen, als het ware. Totdat je sterft, zul je zowel pijnlijke als plezierige momenten ervaren. Maar het maakt nogal een verschil of die ervaringen worden overgoten met een saus van angst of de saus van vreugde. Dit is echter niet iets dat je kunt leren door boeken of onderwijs, maar jij hebt in ieder geval een stap in de goede richting gezet.”
“Ikke? Hoe dan?”
“Jij hebt de keuze gemaakt om op reis te gaan om te zien of er meer is in het leven en dat heeft je hier gebracht. Het is precies het vermogen om bewuste keuzes te maken dat elk mensenleven zo kostbaar maakt. Jij hebt de immens moedige keuze gemaakt waar mensen al sinds het begin der tijden bang voor zijn.”
“Welke keuze is dat?”
“Jij bent in het onbekende gestapt.”
Wat heeft het onbekende nog meer voor Andy in petto? Zal hij slagen in zijn zoektocht? Je kunt het lezen in deel 7 van De Zeven Koninkrijken.
Vrolijke groetjes,
Erik Stout