De Zeven Koninkrijken (7)

Het Vijfde Koninkrijk - Deel I

Leestijd: 9 minuten

Beeld: Pexels

Ze had gelijk. Of, beter gezegd, ze hadden gelijk. Ondanks dat heldhaftigheid zo ongeveer onderaan de lijst van eigenschappen stond die hij zichzelf toedichtte, had hij wel degelijk geluisterd naar het advies van een mot, een reis geboekt bij een volkomen onvindbaar en dus mysterieus reisbureau, om op reis te gaan naar een onbekende bestemming. Wat in hemelsnaam had hem tot deze handelwijze aangezet?

Liever had hij een fatale klap van een voorhamer gehad dan de beelden die nu, als antwoord op zijn vraag, in zijn geest opkwamen. Plotselinge buikkrampen stokten zijn adem terwijl hij in elkaar stortte. Schokkende armen en benen leken verdacht veel op een epileptische aanval, en na een paar minuten produceerde zijn stembanden geluiden die griezelig veel leken op de doodskreten van een walvis.

Het was inmiddels bijna vier jaar geleden dat hij via een telefoontje van zijn toenmalige schoonmoeder dat ene bericht had gekregen, wat hij absoluut nooit had willen ontvangen.

Caroline was het licht in zijn leven geweest. Ze was zijn steun en toeverlaat, zijn vertrouweling, zijn schouder om op te huilen, zijn maatje om mee te lachen, zijn partner om plannen mee te maken en zijn zielsverwant om oud mee te worden. Bovendien had ze zijn zelfingenomenheid in bedwang gehouden, telkens  wanneer die de kop opstak.

Na verloop van tijd was hij tot het besef gekomen dat dat gedrag een automatische reactie was op het indrukken van zijn angstknoppen, en hoe leeg en eenzaam hij achterbleef als hij zichzelf toeliet om erin te zwelgen. Want in plaats van de verbinding waar hij zo naar smachtte, bracht het zonder uitzondering precies het tegenovergestelde effect teweeg.

Haar gezicht leek zó levendig alsof ze voor hem stond. Een o zo bekende jasmijngeur drong zijn neus binnen, terwijl haar glimlach glimmende, witte tanden ontblootte en tegelijkertijd magische kuiltjes in kastanjebruine wangen liet verschijnen.

Ze droeg een lichte zomerjurk met felle bloemenprint en danste blootsvoets op het grote grasveld achter hun vrijstaande villa in Hoog Soeren, midden op de Veluwe. Hij deed lachend mee, pakte haar handen en draaide haar in het rond, waardoor haar lange, bruine krullen golfden als een oceaan. Ze waren zich volledig bewust van de zegeningen van de aarde die hen onvoorwaardelijk droeg, de hemel die hen immer omarmde, de zon die hen zonder te discrimineren verwarmde en de overvloed van de natuur om hen heen.

Nooit hadden ze hun fortuin echter als vanzelfsprekend beschouwd. Ze waren zich allebei bewust van hun tekortkomingen en, zoals in elk huwelijk, waren misverstanden en ruzies er zeker ook onderdeel van geweest. Maar om een ​​onverklaarbare reden, ook al hadden hun uitbarstingen soms meetbare seismische activiteit kunnen veroorzaken, was hun symbiose van een soort dat ze bereid waren de kunst van het liefhebben te leren, zowel voor zichzelf als voor elkaar.

Hun droom duurde elf jaar. Eén dronken bestuurder was voldoende om de droom als een zeepbel uiteen te laten spatten.

De eerste paar maanden waren een grote waas geweest. Van het regelen van de begrafenis, tot het uitdelen van spullen met sentimentele waarde vanuit het huis aan haar ouders en broers en zussen, en vervolgens het vaststellen van een nieuw ‘normaal’ dagschema, Andy kon zich er nauwelijks iets van herinneren.

Minder dan een jaar later had hij het huis verkocht en was verhuisd naar Amsterdam Zuid. Tegen die tijd had een vloedgolf van gevoelloosheid hem in zijn greep, ook al had hij zichzelf volledig van het tegendeel overtuigd. Hij nam een ​​goedbetaalde baan bij ABN Zwambro, bezocht clubs, ging op dates en gebruikte elke andere afleiding uit het boekje om de schijn te kunnen ophouden dat zijn rouw adequaat was verwerkt.

Wat hij echter niet had gedaan, was zijn diepe verdriet om haar verlies te erkennen, te doorvoelen en te verwerken.

Tot nu toe. Een heftige woede kwam op als een vulkaan die op het punt stond uit te barsten. Toen dat eindelijk gebeurde, spuugde hij een combinatie van krachttermen, helse kreten, gillen en gehuil uit. Hij was op een punt beland waarop hij niet meer kon ontsnappen aan de onvermijdelijke realiteit dat ze nooit meer terug zou komen en dat hij, wederom, alleen was.

Hij kroop op handen en knieën terwijl hij probeerde een sterke neiging tot overgeven te onderdrukken, terwijl de tranen over zijn wangen stroomden.

Toen hij eindelijk zijn ogen opende, zag hij slechts een lege, kale woestenij, een perfecte weergave van zijn emotionele staat, die gevuld was met intense woede over het onrecht dat hem was aangedaan, gecombineerd met een onverzadigbare haat tegen de dronken bestuurder – die zelfs de brutaliteit had gehad om er zelf ook in te blijven – maar nog meer tegen zichzelf, die niet in staat was geweest om haar te beschermen, en daarnaast van het ondraaglijke schuldgevoel wat gepaard ging met zijn vermeende mislukking.

Als een weerwolf die langzaam uit een in elkaar gedoken houding omhoog komt, staat hij op door eerst zijn knieën te strekken, voordat het bijna slap hangende lichaam zich begint te ontvouwen naar een rechtopstaande houding. Stoom met eigenschappen die aangeven dat een lichaam reeds weken geen douche van dichtbij heeft gezien, stijgt op vanuit zijn huid. Een mix van speeksel en tranen geeft hem de indruk zeewater door te slikken, maar dat kan hem niets schelen. Met in klauwen verkrampte handen, een naar de grond wijzend gezicht en omhoog starende ogen, verschijnen een brutaliteit en zelfingenomenheid die het daglicht niet meer hebben gezien sinds zijn eerste date met Caroline.

Zijn geboorte in een typische middenklassenbuurt had hem vooral geleerd ervoor te zorgen dat je niet achterbleef bij de status en rijkdom van de buren. De rat race was een religie die beloofde dat er een kip met gouden eieren aan het einde van de regenboog zou staan, hoewel niemand ooit precies wist waar die regenboog eindigde – of wanneer.

Hij stortte zich halsoverkop in de snelle levensstijl vanaf het moment dat hij een klein fortuin verdiende met de ontwikkeling van een app, waarin studenten in één oogopslag hun lesrooster konden zien. Daarmee omzeilden ze de systemen van hun eigen school, die in alle opzichten leken op het doolhof van de Minotaurus.

Met zijn talent voor IT, met name computertalen en de implementatie van systeemtheorie op verschillende besturingssystemen, was hij al snel een veelgevraagde werknemer die zijn eigen salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden kon bepalen. Met het geld steeg ook vrouwelijke interesse, vergezeld met de zelfingenomenheid en levensstijl van een rockster.

De combinatie van zijn meedogenloze werkschema met een lading sociale en amoureuze verplichtingen eiste echter zijn tol. Zijn snel en chronisch dalende energievoorraad leidden hem naar chemische stimuli om zichzelf op de been te houden. Die middelen vergrootten echter niet alleen zijn zelfingenomenheid, maar riepen ook een gevoel van paranoia op dat anderen hem zijn fortuin misgunden. Dus wanneer hij ook maar een flauw gevoel had dat iemand hem probeerde een hak te zetten, nam hij onherroepelijk wraak – hoe lang het ook duurde, en ongeacht of hij gelijk had of niet.

Eigenschappen als vertrouwen en geloof in het goede van de mens hadden nooit deel uitgemaakt van zijn levenscurriculum.

Het beloofde geluk van zijn meedogenloze levensstijl kwam echter nooit, en pas nadat hij Caroline had ontmoet, besefte hij dat waar geluk in elk geval niet te vinden was in spullen, geld, of reputatie. Nooit had hij zich zó levend en compleet gevoeld als samen met haar, waardoor al het andere bijna overbodig werd.

De woestenij leek op een uitgestrekte steppe onder een sterreloze nacht. Het was ook een wolkeloze nacht. De duisternis was meer vaag dan diep, maar de maan was nergens te bekennen. Sterke winden huilden en ademden een gifgroene geur, terwijl flauw gerommel verre horizonten streelde wat ergens vaag herinnerde aan iets wat op leven leek. Maar leven wat nu juist datgene, in Andy’s huidige optiek, wat slechts voor mensen ondraaglijke pijn en lijden veroorzaakte.

Hij wilde het beëindigen. Actief rondkijkend naar een object om zijn plan mee uit te voeren, ontdekte hij dat de woestenij net zo verstoken was van dingen als hij op dat moment verstoken was van liefde.

“Tuurlijk. Heb ik weer.”

“Wat heb jij weer?”

“Oh, laten jullie mij alsjeblieft met rust.”

“Over wie heb je het?”

“Wat?”

Toen hij zich omdraaide, keek een klein meisje hem recht in de ogen – op zijn ooghoogte.

Het meisje, zeker niet ouder dan tien, hooguit elf jaar, zweefde in de lucht op minder dan twee meter afstand van zijn gezicht. Zonder enige kleur leek ze geheel uit helder, stralend licht te bestaan. Haar lichaam was volledig bedekt met lange, golvende, kleurloze gewaden en Andy kon niet vaststellen waar haar lange, golvende haar eindigde en in de gewaden overging.

“Waar ben je boos op?” vroeg het kind.

“Gaat je niets aan.”

Hij draaide zich om en liep de andere kant uit, terwijl er nog steeds stoom uit zijn oren kwam.

“Auw!”

De stroperige vloeistof die uit zijn neus kwam, smaakte griezelig naar bloed. Toch bleef de stem open en vriendelijk, zoals kinderen soms naar een bepaald niets kunnen wijzen en, terwijl ze er helemaal door gebiologeerd zijn, op hun karakteristieke onschuldige toon kunnen vragen: ‘wat is dat?’

“Niemand spreekt zo tegen mij of keert mij de rug toe, en als ik een vraag stel verwacht ik een antwoord. Waar ben je boos op?”

Hij hield zijn neus dicht en vroeg zich af of hij zojuist een Mike Tyson achtige klap had gekregen van dit kind.

“Ik ben je niets verschuldigd. Laat me met rust!”

De klap liet zijn rechteroor het volgende half uur piepen, terwijl de ontbrekende sterren van de hemel nu in een draaikolk om hem heen zoefden. Hij hield zichzelf nauwelijks overeind en gromde luid. Terwijl hij met een hand en onderarm zijn oor en neus probeerde te bedekken, zwaaide zijn vrije arm in de richting van de verschijning. Hij miste, maar een trap tegen zijn linkerknie deed dat onmiskenbaar niet, waardoor hij op zijn knieën viel.

Haar stem klonk even engelachtig als toen ze hem voor het eerst had aangesproken. Er was geen spoor van irritatie of wat voor afleiding dan ook in te bekennen.

“Waar ben je boos over, Andy?”

“Wie ben jij? Hoe weet je hoe ik heet?”

Ze staarde hem zo uitdrukkingsloos aan, dat het onmogelijk was om uit te maken of ze aan het overwegen was hem een volgende klap uit te delen, of dat ze zichzelf aan het afvragen was of ze thuis het fornuis wel had uitgedraaid. Uiteindelijk zei ze:

“Ik doe je een voorstel. Eerst stel ik een vraag, dan jij, en zo wisselen we elkaar af. Wat zeg je daarvan?”

Hij wreef over zijn oor en knie, spuugde op de grond, ademde hard uit door zijn neus om er zeker van te zijn dat die er nog zat, en hoestte genoeg slijm op om een ​​opblaasbaar zwembad mee te vullen.

“Okay.”

“Dus, waar ben je boos op?”

“Onrechtvaardigheid. Wie ben jij?”

“Ik ben de koningin van dit rijk, Vishudda. Maar jij mag mij Hare Majesteit noemen.”

Toen het gezicht van Caroline weer voor zijn ogen verscheen brak hij. De sluizen openden met een tranenzondvloed tot gevolg. Diepe, rauwe en niet-erkende emoties kwamen naar de oppervlakte van zijn bewustzijn, sommige bekend, terwijl andere uit zulke diepten kwamen, dat het universum in vergelijking daarmee jong aanvoelde. En terwijl hij emotioneel ondersteboven en binnenstebuiten werd gekeerd, zweefde de kind-koningin vriendelijk recht voor zijn gezicht.

“Het is gewoon niet eerlijk! Waarom juist zij? Ze was Goedheid met een hoofdletter G, ze zou geen vlieg kwaad doen. Het slaat nergens op!”

“Op wie doel je, Andy?”

“Hoe weet je mijn naam?!” snauwde hij haar toe.

“Hahaha, je hebt gelijk, het was jouw beurt.” Zelfs haar lach klonk engelachtig. “Maar aangezien dit mijn rijk is en jij mij niet op de manier hebt aangesproken die ik je had opgedragen, kan ik de regels veranderen zoals ik wil. Dus vertel me wie, Andy.”

Zich realiserend hoe zinloos zijn verzet was, probeerde hij haar naam uit te spreken. Maar elke keer dat de eerste lettergreep zijn stembanden bereikte, voelde het alsof een vinger heftig tegen zijn huig prikte, waardoor er nieuwe zweetuitbarstingen ontstonden die zijn hele lichaam bedekten. Hoe harder hij het probeerde, hoe bozer hij werd, en hoe bozer hij werd, hoe harder en ongemakkelijker zijn kokhalsneigingen.

“Het gaat niet.” gromde hij uiteindelijk.

“Ja, dat zie ik. Wat wil je?”

Hij keek haar door zijn betraande ogen aan.

“Wat bedoel je?”

“Precies wat ik zeg Andy. Wat is hetgeen wat je wilt, nu, hier, vanuit het diepst van je hart?”

Kon hij het ondenkbare denken? Kon het onmogelijke mogelijk worden? Hij herinnerde zich plotseling de legende van Oedipus, en een sprankje hoop, hoe klein ook, leek in zijn hart op te lichten – terwijl hij voor het gemak het einde van deze Griekse mythe maar buiten beschouwing hield. Zelfs het beeld van Cerberus, de driekoppige hellehond, kon het sprankje niet doven. Zijn stem trilde.

“Ik…ik wil mijn Caroline terug. Ik wil haar terug! Ik wil dat ze leeft en aan mijn zijde staat!”

“Volg mij.” zei de kind-koningin, draaide zich om en zweefde weg.

Nauwelijks waren ze op weg, toen het landschap een dramatische metamorfose onderging. De vage duisternis werd vervangen door een stralend licht, terwijl lage, weelderige, groene vegetatie zich als een tapijt voor hen uitspreidde. Niet veel verder zag hij in de verte bomen opduiken en begonnen bloemen te verschijnen door de lage vegetatie die ze bewandelden. Uiteindelijk passeerden ze grote gerstvelden.

Na een wandeling van ongeveer een half uur kwamen ze aan bij een dorp met lemen muren.

“Er is een bezoeker in het dorp. Ga naar hem toe en vertel hem wat je wilt.”

“En dan?”

“Ga daar maar achter komen.”

Einde van deel I


Zal hij zijn emotionele blokkade opheffen? Zal er een hernieuwd gevoel van zingeving ontstaan? Kom er achter in deel 8 van De Zeven Koninkrijken (nog niet gepubliceerd).

Vrolijke groetjes,
Erik Stout


Ben jij magisch?

Waardevolle lezer, vindt je deze verhalen leuk en heb je feedback of ideeën voor toekomstige verhalen, of lijkt het je leuk om zelf een magisch verhaal via deze website te publiceren, laat dan hieronder een reactie achter of neem contact met ons op via het contactformulier.