Plezier Met Stress 2.7

Pijn en Chronische Stress

Leestijd: 10 minuten

Pijn is ons alarmsysteem dat waarschuwt als onze lichaamsweefsels (huid, botten, spieren etc.) beschadigd raken.

In dit hoofdstuk bespreken we: 

  • hoe pijn wordt geproduceerd;

  • verschillende factoren die onze pijnervaring beïnvloeden;

  • wanneer pijn een probleem wordt;

  • de rol van chronische stress op het voelen van pijn;

  • de eenzaamheid van chronische pijn – en hoe we dat kunnen tegengaan.

Pijn is een alarmsysteem dat ons waarschuwt als er schade is aan lichaamsweefsels. Beeld: Hans

Hoe pijn wordt geproduceerd

Alarmsensoren in onze huid, spieren, organen etc. pikken gevaarsignalen op (ook wel pijnsignalen genoemd) vanuit ons hele lichaam wanneer het wordt beschadigd door hitte of kou, druk (zoals een val op de grond of een snee in de huid) of gifstoffen.

Als we een pan met kokend heet water aanraken, reageren hittesensoren op de overmatige hitte door die informatie via sensorische zenuwen (nociceptoren) naar ons ruggenmerg en omhoog naar ons brein te sturen. Maar totdat die informatie het brein bereikt, ervaren of voelen we geen pijn. Zoals we in hoofdstuk 2 van deel 1 hebben gezien, moet het brein de informatie eerst beoordelen voordat het een output produceert, bijvoorbeeld in de vorm van het voelen van pijn en het veranderen van ons gedrag door de hete pan los te laten.

In deze inzichtelijke en grappige Ted talk legt professor klinische neurowetenschappen en fysiotherapie Lorimer Moseley uit, dat het gevoel van pijn altijd door het brein wordt geproduceerd. Hij legt uit hoe het brein bepaald of, en hoeveel, pijn wordt geproduceerd, nadat het een gevaarsignaal van de alarmsensoren heeft ontvangen.

Bovendien wijst hij erop hoe het brein kan besluiten om pijn te produceren zonder dat er gevaarsignalen van alarmsensoren komen, en hoe ze kunnen besluiten om geen pijn te produceren, ook al sturen de alarmsensoren continu gevaarsignalen. Dit laatste geval kostte Moseley bijna het leven, omdat zijn brein “in al zijn wijsheid” besloot, dat de beet van een zeer giftige oostelijke bruine slang slechts een kras van een takje was.

Zoals hij treffend uitlegt, produceert het brein alleen pijn wanneer het een pijnervaring zinvol en betekenisvol vindt voor onze bescherming. Omdat hij nog nooit eerder door een giftige slang was gebeten, maar hij in het bos reeds vele krassen op zijn been had opgelopen door tegen takjes aan te schuren, nam zijn brein geen gevaar waar en negeerde het dus de gevaarsignalen die werden veroorzaakt door het slangengif. Zijn brein produceerde geen pijn, dus besteedde Moseley er verder geen aandacht aan.

Visuele afbeelding van de pijnwegen. Alarmsensoren in de gebroken huid sturen gevaarsignalen via de ruggengraat naar het brein, waar de signalen worden verwerkt. Als het brein beslist dat pijn zinvol en betekenisvol is voor onze bescherming, zal het ons pijn laten voelen in het gewonde gebied. Illustratie gewonde dame: Yamu_Jay. Illustratie brein: b0red. Pijnwegen, legenda, en compositie: Erik Stout.

Factoren die onze pijnervaring beïnvloeden

De eerstvolgende keer echter dat Moseley tijdens een wandeling in het bos een kras op zijn been opliep door tegen een takje aan te schuren, produceerde zijn brein zoveel pijn dat hij het uitschreeuwde van doodsangst. Dat kwam omdat er nu een nieuwe ervaring was van een stimulus die leek op een kras van een takje, maar die hem in werkelijkheid bijna het leven had gekost.

Dus, wanneer een stimulus die ook maar enigszins lijkt op een slangenbeet de alarmsensoren activeert om een ​​gevaarsignaal naar het brein te sturen, zal het deze keer zoveel pijn veroorzaken dat Moseley aan niets anders kan denken. Met de bijna-doodervaring nog vers in het geheugen, vindt de hersenen het zinvol om veel pijn te produceren zodat er snel actie wordt ondernomen, te beginnen met het nauwkeurig onderzoeken van de locatie waar de gevaarsignalen vandaan komen.

Om het belang van betekenis te benadrukken in het al dan niet produceren van pijn, noemt Moseley een aantal experimenten waaruit blijkt dat het brein pijn kan produceren zonder dat er gevaarsignalen worden afgegeven door alarmsensoren.

In een van de experimenten wordt de hand van een proefpersoon aangeraakt met een stuk metaal, terwijl er tegelijkertijd een rood of blauw licht aangaat. Terwijl ze met precies hetzelfde stuk metaal werden aangeraakt, voelden de mensen die het rode licht zagen meer pijn dan degenen die het blauwe licht zagen. Volgens Moseley was dat omdat wij cognitief gewend zijn om rood te identificeren met heet (of gevaar in het algemeen). Derhalve neemt ons brein het stuk metaal waar als bloedheet en gevaarlijk, en produceert 'preventief' pijn in een poging om onze arm weg te bewegen van het metaal.

Visuele afbeelding van Moseley's experiment waarbij de hand van een proefpersoon wordt aangeraakt met een metalen voorwerp, terwijl een rood of blauw licht zichtbaar brandt. Beeld hand: elkofla. Beeld zwaard: rpeppi. Rode en blauwe licht & compositie: Erik Stout.

Een andere invloed op onze pijnervaring is de context waarin alarmsensoren gevaarsignalen naar het brein sturen. Toen Moseley door de slang werd gebeten, liep hij in een bekend bos waar zijn been al vele malen eerder langs takken was geschuurd. Daarom zag zijn brein geen noodzaak om pijn te produceren, omdat het de context als veilig beoordeelde.

Om het belang van context bij het produceren van pijn nog meer te benadrukken, kunnen we verwijzen naar een vaak gebruikte observatie van Dr. Henry Beecher, die tijdens de Tweede Wereldoorlog als militair arts diende in Noord-Afrika, Italië en Frankrijk.[1] Hij observeerde dat soldaten die gewond raakten in de strijd, minder pijnstillers nodig hadden dan burgers die aan soortgelijke verwondingen leden.

Wanneer soldaten een oorlog ingaan, is er een duidelijk besef dat ze in gevaarlijke situaties terechtkomen die hen het leven kunnen kosten. Als opgelopen verwondingen vervolgens niet dodelijk zijn, en helemaal wanneer een vlucht naar huis in het verschiet ligt, kan de pijn van hun verwondingen zelfs vrij mild aanvoelen. Burgers, daarentegen, beschouwden hun verwondingen als grote drama’s.

In tegenstelling tot soldaten zijn burgers zich doorgaans niet bewust van (de mogelijkheid van) gevaar en voelen ze zich veel meer in controle over hun leven en levensomstandigheden. Wanneer ze dan dus worden geconfronteerd met tegenslag die, in hun perceptie, ‘uit het niets’ kwam en ‘nooit had mogen gebeuren’, voelen ze hun pijn veel meer dan de soldaten en hebben dus meer pijnstillers nodig.[2]

Uit deze observatie volgt logischerwijs dat emotie ook een belangrijke rol speelt in de productie van pijn door het brein.

Aangename emoties veroorzaken nooit pijn. En als we pijn voelen, verminderen ze die meestal, omdat we onze aandacht richten op datgene wat we als aangenaam ervaren en dus weg van de pijn.

Cliniclowns gebruiken vrolijkheid om patiënten tijdelijk van hun pijn af te leiden. Beeld: wallpaperflare

Onaangename emoties die optreden onder een hoge staat van opwinding, kunnen ook pijn verminderen. Stel je een soldaat voor in een oorlogsgebied die net in zijn been is geschoten, maar een uitweg ontdekt uit zijn benarde situatie. Zijn daaropvolgende stressreactie gaat volle bak aan, waardoor letterlijk alle beschikbare energie naar de organen wordt gestuurd die hem in veiligheid kunnen brengen: voornamelijk de skeletspieren en het brein. Alle andere systemen, inclusief het pijnproducerende systeem, worden tijdelijk ‘uitgeschakeld’, waardoor hij op dat moment geen pijn voelt van de kogelwond. Hij kan dus al zijn energie gebruiken om te ontsnappen, en alleen wanneer hij zichzelf ervan heeft overtuigd dat hij daadwerkelijk in veiligheid is, zal de angst afnemen en worden vervangen door de pijn van de wond.

Treden onaangename emoties echter op tijdens weinig of geen opwinding, bijvoorbeeld als wij ons lusteloos of depressief voelen, dan kan angst ontstaan en pijn juist worden versterkt, zoals we hieronder gaan ontdekken.[3]

Wanneer pijn een probleem wordt

Pijn beschermt ons, net als stress, in eerste instantie tegen grotere schade. Maar net als stress (en al het andere in ons lichaam en geest) kan pijn veranderen van een hulp in een belemmering.

Wanneer je spierpijn ervaart als gevolg van een geweldige training, een dag tuinieren of een intensieve voetbalwedstrijd, zul je dat pijnlijke gevoel waarschijnlijk omschrijven als ‘lekkere pijn’, omdat het voortkwam uit een zelf gekozen activiteit die je leuk vond om te doen. Het pijnlijke gevoel verdwijnt meestal binnen een paar dagen, wat een normaal fysiologisch patroon beschrijft.

Daarnaast veroorzaakt een ervaring als het breken van een ledemaat aanvankelijk scherpe en hevige pijn, en zorgt ervoor dat je geen gewicht of druk op de plaats van de breuk zet. Binnen een paar minuten tot ongeveer een half uur zal die scherpe, hevige pijn afnemen en worden vervangen door een doffe, maar beheersbare pijn. En zodra de breuk door medisch personeel is behandeld, zal de pijn doorgaans gedurende het herstelproces van dag tot dag afnemen.

Nadat een gebroken ledemaat is behandeld, zal de pijn elke dag afnemen tijdens een normaal fysiologisch herstelproces. Illustratie: clker-free-vector-images

Stel je daarentegen voor dat we betrokken raken bij een frontale botsing. Een heftige ‘head bang’ beweging met ons hoofd kan sterke spierverkrampingen veroorzaken, of verstuikingen, scheuren, en andere letsels aan diverse lichaamsweefsels. Echter, in het geval van daadwerkelijke schade aan lichaamsweefsels, zou het pijngevoel hetzelfde patroon moeten volgen als hierboven beschreven; onder normale omstandigheden zal er eerst een hevige, scherpe pijn zijn, die vervolgens meestal afneemt tot een doffe en beheersbare pijn. Bij behandeling door medisch personeel zou het normaal gesproken een soortgelijk patroon moeten volgen als bij het herstel van een gebroken ledemaat.

Als de pijn echter niet afneemt, maar erger lijkt te worden naarmate de maanden verstrijken, is de kans groot dat de pijn zijn beschermende functie niet meer vervult. Het kan dan een probleem worden wanneer het ons ervan gaat weerhouden de dingen te doen die we moeten, en willen, doen.

De rol van chronische stress op het voelen van pijn

Zodra er meerdere keren per dag, gedurende langere tijd, voortdurend op onze knoppen wordt gedrukt, komt het vaak voor dat pijn een van de bijverschijnselen wordt.

Bij elke stressreactie creëren de grensbewaking en politie van onze algemene verdediging een ​​ontsteking, waarvan pijn een van de kenmerken is. En net zoals onze algemene verdediging als geheel door chronische stress gezonde lichaamsweefsels kan gaan verwarren met criminelen, zo kunnen alle zenuwen en delen van het brein die de pijnwegen vormen, gevoeliger worden. Daardoor kunnen ze steeds sneller pijn gaan produceren bij elke nieuwe stressreactie.

Als dat gebeurt, kan pijn een doel op zich worden. Want ook al heeft het zijn beschermende functie verloren, het blijft toch terugkeren.

Een brein dat pijn blijft produceren, ook al is er geen weefselschade, heeft van pijn een doel op zich gemaakt. Illustratie: 1tamara2

De eenzaamheid van chronische pijn – en hoe we dat kunnen tegengaan

Inmiddels is het hopelijk duidelijk geworden dat de ervaring van pijn zeer subjectief is. Ik kan proberen empathisch te zijn met het lijden dat je doormaakt vanwege je pijn, maar ik kan jouw pijn niet voelen, en jij kunt de mijne of die van iemand anders ook niet voelen.

Bovendien werd het mij in de klinische setting duidelijk dat hoe langer we aan chronische pijn lijden, hoe kleiner onze sociale kring kan worden. Het is relatief eenvoudig om empathie te voelen voor iemand met een gebroken been. We zien de beperking van iemands bewegingsvermogen door het gips en we kunnen proberen ons voor te stellen hoe het moment van de daadwerkelijke botbreuk moet zijn geweest.

Maar wanneer je aan iemand niets bijzonders kunt zien, maar hij of zij toch steeds meer immobiel en inactief wordt door chronische pijn, verliezen velen van ons empathie, interesse of compassie met de patiënt, of erger.

Als pijn van buitenaf onzichtbaar is, kunnen onbegrip, frustratie en isolatie op de loer liggen. Beeld: geralt

Daarom wil ik dit artikel afsluiten met een aantal ideeën voor actie, zowel voor jou als je lijdt aan chronische pijn, als voor jou als een geliefde of iemand in je omgeving hieraan lijdt.

Als je aan chronische pijn lijdt, kan het positief zijn om te weten dat je niet de enige bent. Gelukkig zijn er veel ondersteuningsgroepen voor chronische pijn, dus wanneer je genoeg energie hebt, kun je op Google zoeken naar ‘chronische pijn lotgenoten bij mij in de buurt’ en beginnen met het delen van je verhaal met mensen die het jouwe zeker zullen begrijpen.

Ten tweede is er altijd een mogelijkheid dat biologische factoren bijdragen aan je chronische pijn. Onderzoek daarom chronische pijngerelateerde ziekten zoals fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom, prikkelbare darmsyndroom en whiplash-gerelateerde aandoeningen. Onderzoek hun mogelijke biologische oorzaken en praat vervolgens met je arts of huisarts om deze te laten testen. Als een test positief uitvalt, is er vaak een behandeling beschikbaar.

Maar als, ten derde, geen enkele test positief uitvalt, dan heb je in ieder geval de mogelijkheid uitgesloten dat organen of weefsels op zichzelf niet goed functioneren. In dat geval heb je nu een goede reden om je huidige levensomstandigheden te gaan onderzoeken, en hoe je je mentaal en emotioneel voelt. Gelukkig starten steeds meer mensen initiatieven om mensen met chronische pijn te helpen. Zoek en vind een hulpverlener of groep waar je je helemaal comfortabel en veilig bij voelt. Bedenk dan een plan waar je je positief over voelt, en ga van daaruit verder.

Als vierde en laatste punt voor jou met chronische pijn: wat je ook doet, haast je niet, en laat je niet opjagen. Ieder mens heeft een eigen tempo van leven, net zoals geen twee bomen met dezelfde snelheid groeien. Ik besef dat de maatschappij ons heel overtuigend kan dwingen om steeds sneller te gaan, maar dat heeft letterlijk nog nooit iemand geholpen. Dus, ontdek je eigen tempo en hou je daaraan – en dit advies is niet alleen voor degenen onder ons die met ziekte te maken hebben.

Tot slot, voor jou die een geliefde of iemand in de omgeving heeft die aan chronische pijn lijdt, begrijp alsjeblieft dat zij hun pijn net zo echt voelen als anderen die in hun vinger snijden. Empathie kan in dit geval echter contraproductief blijken, omdat empathie meestal betekent ‘sympathie tonen door de pijn en het lijden van de ander te voelen’. Pijn en lijden van een ander voelen wanneer het continu aanwezig is, kan op een gegeven moment je eigen energievoorraad uitputten. Daarom kan het in dit geval effectiever en productiever zijn om compassie te hebben – of te cultiveren – voor zowel de ander als jezelf, omdat dat betekent dat je ‘werkelijk het beste voor de ander wenst.[5]

Een belangrijk kenmerk van herstel bij chronische pijn is de wetenschap dat je mensen hebt die je door dik en dun zullen steunen. Illustratie: lavnatalia

Door oprecht het beste voor de ander te wensen, word je hopelijk nieuwsgierig naar wat dat kunnen zou zijn op het moment dat je bij hen bent. Misschien willen ze wel een grappige film kijken of een wandeling maken in het park. Wat het ook is, laat ze weten dat je er voor ze bent, dat je ze gelooft en dat je ze helpt waar je kunt bij het vinden van de juiste onderzoeken en/of behandelingen. Want hoe donker het leven ook kan zijn, het gevoel niet alleen te zijn kan bergen verzetten.

Liefdevolle groeten,
Erik Stout

[1] https://qualitysafety.bmj.com/content/19/5/466

[2] https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC4795524/#sec6

[3] ibid.

[4] In dit informatieve artikel worden twee andere voorbeelden gegeven waarbij het brein pijn produceert zonder dat er signalen van weefselschade werden verzonden, en waar omgekeerd, ondanks duidelijke weefselschade, het brein geen pijn produceerde.

[5] Uit The Book Of Joy door de Dalai Lama en wijlen aartsbisschop Desmond Tutu.


Wil je meehelpen dit artikel up-to-date te houden?

Waardevolle lezer, aangezien we allemaal mensen zijn en dus verre van foutloos, is het altijd mogelijk dat de informatie in dit artikel verouderd of onjuist is gebleken. In het geval je hiervan op de hoogte bent, wil je dat dan svp aan ons melden via een reactie onder dit artikel of het contactformulier? Na verificatie wordt het artikel dan zo spoedig mogelijk aangepast. Alvast veel dank!